Het leven van een hagedis van niks van Patrick Ness en Tim Miller, vertaling Yorick Goldewijk, uitgeverij Blauw Gras, 10+

Patrick Ness is een gevierde Britse jeugdboekenauteur die maar liefst twee keer de Carnegie Medal won, de belangrijkste kinderboekenprijs van Engeland. Onder andere voor Zeven minuten na middernacht, inmiddels een klassieker, waarmee hij ook in ons land zijn naam vestigde. Ik las en besprak ook zijn fantasy-drieluik Chaos. Ness won zowel in 2011 als 2012 de Carnegie Medal, de Britse Gouden Griffel.
Zoals auteurs wel vaker doen, maakt nu hij een uitstapje naar boeken voor jongere kinderen, wat gaat uitmonden in een serie. Het eerste deel heet Het leven van een hagedis van niks (creatieve vertaling van Chronicles of a Lizard Nobody) speelt zich af in de gangen van een school waar heel veel verschillende dieren het met elkaar proberen uit te houden. Dat lukt zolang iedereen zich aan de darwinistische pikorde houdt en de verschillende soorten niet teveel met elkaar mengen. De directeur (een wombat) verstoort dat door een paar hagedissen aan te stellen als gangwachters. Het is hun taak melding te maken van mensen die niks in de schoolgangen te zoeken hebben.
Zack, de hagedis die we volgen, is een wat schuwe en verlegen leerling die zich prima staande kan houden zolang zooggdieren en vogels uit zijn buurt blijven. In zijn nieuwe functie krijgt hij het meteen aan de stok met een arrogante pelikaan (Pelicarnassus), die er een drama van maakt als Zack hem een tikje verkoopt. Het vormt de opmaat voor een conflict dat groteske vormen aanneemt en waaraan de school letterlijk ten onder gaat.
Het leven van een hagedis van niks is een kolderieke slapstick met sprekende illustraties, waar een klein laagje achter schuilgaat, bijvoorbeeld over de natuurlijke hiërarchie in de dierenwereld. Het is daarmee een boek dat aanvoelt als een kruising tussen Animal farm en Het leven van een loser, en misschien wel bedoeld is als een commentaar op de laatste serie. Het ontbeert Zack aan zelfvertrouwen, zeker als het steeds slechter met zijn moeder gaat. Toch wordt hij de held tegen wil en dank die de vijand een poepje laat ruiken.
Ness houdt de lezer via Zack een spiegel voor door hem het inzicht te geven dat je een soort niet als groep kunt benaderen. Want misschien is iedereen wel anders, niet alleen maar een type, maar een individu. Alle hagedissen die hij kent, verschillen namelijk ook nogal van elkaar. Toch voelt hij zich met de meesten verwant want als je eenmaal een broedmachine hebt gedeeld. dan blijf je vrienden.
Geestig geschreven en vaardig vertaald door gouden griffel-winaar Yorick Goldewijk, met taalgrapjes en idioterie. Als de directeur Zack beveelt zijn tegenstander een hand te geven, zegt de hagedis: technisch gezien heb ik geen handen. Het doldwaze karakter van het verhaal komt misschien nog wel het meest tot uiting in het gegeven dat het hele land Frankrijk op de knie van Zack zit. Dat is daar ooit via een ongelukkig toeval bij zijn grootvader terecht gekomen, en wordt in de generaties doorgegeven. Het vergt wat omdenken, maar wie hier mee uit de voeten kan, beleeft ongetwijfeld veel leesplezier.