Leopold
Gerda Dendooven
Rindert Kromhout schreef een onderhoudende en interessante jeugdboekentrilogie over de Bloomsbury-groep die zich afspeelde in Charleston Farmhouse. In het vermaarde domicilie van Vanessa Bell en Duncan Grant was vrijwel alles beschilderd, van de deuren en kasten tot en met de open haard en het servies. Britse intellectuelen als schrijvers Virginia Woolf en E. M. Forster en de econoom Keynes, verbleven er regelmatig. Kromhout voegt een verrassende epiloog aan zijn Bloomsbury-trilogie (Soldaten huilen niet, April is de wreedste maand enVertel me wie wij waren) toe met een prentenboek voor kleinere kinderen over deze plek, waarin de vraag centraal staat wat kunst eigenlijk is.
Het echtpaar dat het huis met hun twee kinderen bewoont, wil een schilderij voor in de gouden lijst boven de bank. De schilder die is ingehuurd, schildert alles in het huis: een vaas, de stoelen, het servies en de tafel maar komt er maar niet toe om iets in de lijst te schilderen. De man en de vrouw des huizes blijven om een echt schilderij jengelen en krijgen hun zo felbegeerde landschapje in de gouden lijst. De kinderen zijn een stap verder en laten hun ouders zijn dat het hele huis al vol schilderijen hangt, het is maar hoe je er naar kijkt. Daarmee worden de bestaande conventies over kunst ter discussies gesteld en dat was precies wat de Bloomsbury-group deed. Kromhout laat zien dat juist kinderen een vrijere geest hebben en sneller buiten de lijntjes denken (of domweg nog geen lijntjes hebben).
Het geschilderde interieur is overduidelijk een verwijzing naar Charleston maar de personages hebben ogenschijnlijk weinig met Bloomsbury te maken of het moeten de kokkin en tuiman zijn. Gerda Dendooven kiest voor een Afrikaanse echtgenote en dus ook voor gekleurde kinderen en dat dit opvalt, is een teken aan de wand. Dendooven is op haar best in dit boek met kleurrijke en uitbundige prenten en haar mensen zijn als altijd een tikje surrealistisch, met bijvoorbeeld enorme handen of een veel te klein hoofd.
Kromhout herhaalt en verlengt zijn zinnen steeds met nieuwe informatie, wat een prettig voorleesritme geeft maar waarvan de urgentie onduidelijk blijft waardoor dit zogenaamde ‘stapelen’ enigszins kunstmatig aandoet. Voor de rest is het een fijne vertelling over het kijken naar kunst en eindelijk weer een kunstprentenboek dat niet direct aan een tentoonstelling is gekoppeld (dus je hoeft niet perse ergens heen, ook wel eens fijn).
De Gouden LIjst
Rindert Kromhout
Gerda Dendooven
Leopold