Lemniscaat
Eén van de vinken uit een grote zwerm komt er achter dat hij kan denken. ‘Ik ben Harry Vink, dacht hij. Ik denk, dacht hij’. De vinken in dit boek zijn neergezet als een vingerafdruk met vleugels, waarmee het eigen ik van de vogels wordt benadrukt. Ik ben Harry Vink kan worden gelezen als een ontdekkingstocht naar identiteit. Nadat Harry is begonnen met nadenken komt hij plots in de bek van het Beest terecht. Hij kan behalve denken ook de gedachten van het beest horen en wordt daar zo bang van dat hij de bek van het Beest open denkt. De andere vinken zijn blij en geïnspireerd, misschien moesten zij ook maar eens hun eigen pad gaan en uitvliegen.
De uitgeverij heeft dit boek een filosofisch etiket heeft meegegeven en het is gekoppeld aan een project met de angstaanjagende naam ‘Kleuteruniversiteit’. Blijkbaar moet er ook heel jong al van alles geleerd en doordacht worden maar het wordt (in dit boek en op de website van de universiteit) niet echt duidelijk waar de focus ligt. Filosofie in kinderboeken werkt het beste als het terloops opduikt en niet door de strot wordt geduwd, zoals in De wereld van Sofie-achtig proza.
Met enige goede wil kun je uit dit boek wat dingen halen over identiteit en individualiteit. Je kunt je eigen gedachten hebben, los van anderen, dat zal voor kleuters een ervaring zijn maar of ze dat dit via dit boek gaan leren? Wat betreft de illustraties is het een prentenboek met meerdere gezichten, waar overduidelijk door verschillende illustratoren aan is gewerkt. De vingerafdrukvogels zijn aardig maar het truukje is snel uitgewerkt. In de maag van het Beest veranderen de illustraties in zwart wit en dan plotseling weer in kleur. Het is al net zo weinig consisent als het verhaal maar misschien is dat alles onderdeel van de filosofische opzet.
Ik ben Harry Vink
Viviane Schwarz
Alexis Deacon
Jesse Goossens
Lemniscaat