Fantoom
Maria Postema
Stormwachter speelt op het bestaande Ierse eiland Arranmore, waar de grootouders van auteur Catherine Doyle opgroeiden. Fionn en zijn zus Tara logeren een poosje bij opa, omdat hun moeder herstelt van een inzinking, die met het dodelijk ongeluk van haar man te maken heeft. Opa is een soort kluizenaar en blijkt al de ‘stormwachter’ van het eiland te zijn, maar zijn langste tijd zit erop. Hij is in staat de weersomstandigheden te vangen voordat ze vervliegen. ‘Als je het weer vastlegt, leg je de wereld vast’, is zijn credo.
In de strijd om zijn opvolging speelt kleinzoon Fionn een voorname rol. Hij lijkt heel geschikt omdat hij meteen na aankomst denkt dat dit slapende eiland ‘de perfecte plek is om zijn ziel te laten sterven’. Het boek staat vol met dit soort bombastische zinnetjes en dat past prima bij het verhaal, maar is behoorlijk ergerniswekkend. In een groteske opeenvolging van magische gebeurtenissen verdwijnt Fionn regelmatig in andere (tijds)dimensies, nadat hij een kaars heeft aangestoken. Het eiland is een broeinest vol magie, het heeft veel lagen, en alles wat er gebeurt, kan opnieuw gebeuren.
Wie van dat soort fantasy houdt en geïnteresseerd is in de mythische strijd tussen twee oude tovenaars, komt aan zijn trekken. En zal de stijlbloempjes die blijkbaar bij dit soort proza horen, voor lief nemen. Ik bleef doorlezen omdat de verhaallijn waarin de mythe geen rol speelt, nog enigszins boeit. De liefde van de kinderen voor hun moeder en de sterke band met opa geven enige houvast in al die dromerij en malle fantasieën. Maar lang niet genoeg.