‘Joy’ van Jenny Valentine, vertaling: Jenny de Jonge, Luitingh Sijthoff, 10+
Soms lijken boeken zo op elkaar dat het bijna niet voor te stellen is en het in de weg zit bij het lezen en beoordelen. In Een mooie dag om in een boom te klimmen van de Zuidafrikaanse auteur Jaco Jacobs (2015 verschenen, in 2020 in Nederlandse vertaling) bezetten kinderen een boom in een park om hem voor de kap te behoeden. In Joy (verschenen in 2021, Nederlandse vertaling: 2024) van Jenny Valentine bezetten twee kinderen de boom op het schoolplein om hem voor de kap te behoeden. Het zijn boeken voor ongeveer dezelfde leeftijdscategorie met vergelijkbare omslagen, al is de tekening voorop Joy nogal truttig.
De tienjarige Joy heeft samen met haar dertienjarige zusje Claude en hun ouders een soort nomadenbestaan, waarbij ze over de hele wereld reizen en nooit heel lang op dezelfde plek blijven. De schok voor de kinderen is groot als aangekondigd wordt dat ze ‘naar huis’ gaan. Dat gaat om Engeland waarbij ze hun opa intrekken die nogal oud wordt. De moeder van Joy en Claude heeft de begrafenis van haar eigen moeder gemist en dat gaat hier niet nog een keer gebeuren.
Ineens wonen ze met hun vijven in een keurig klein huis bij een keurige man met een ’tenenkrommende stiptheid’ die nooit een handschoen verliest of zijn portemonnee vergeet. Die tegenstelling wordt door Jenny Valentine sterk aangezet, bijna op het karikaturale af. Joy en haar zusje zijn niet langer ‘zaadjes op de wind’ maar vogels in gevangenschap. Ze veranderen in een soort werkbijen, wat betekent dat ze gewoon iedere dag naar school moeten en het leven niet langer uit de praktijk maar uit boeken leren. Joy wordt neergezet als een dromerig meisje neerzet dat op zoek is ‘naar de magie’ in het gewone leven, en de ‘zilverkleurige randjes’ van gewone dingen. Als je zo in het leven staat, is, valt het inderdaad niet mee om iedere dag op dezelfde tijd naar school te moeten. Een beetje een karikatuur is het wel.
Joy vindt moeilijk aansluiting bij de andere kinderen, maar het contact met een klasgenoot resulteert in de bezetting van de boom op het schoolplein. Joy is over de hele wereld met bomen bevriend geraakt en snapt er niks van dat zo’n prachtige eik wordt opgeofferd voor een nieuw schoolgebouw. De actie wordt behoorlijk voorspelbaar uitgewerkt waarbij de plotse metamorfose van de opa eerder op de lachspieren werkt dan ontroert of verbaast.
Joy is bondig geschreven, zonder uitweidingen en verduidelijkingen. Alhoewel het dan wel weer wemelt van de metaforen, vaak meerdere op één bladzijde. De compactheid zit het verhaal niet in de weg, maar het onderliggende thema komt mede daardoor wat moeizaam uit de verf. De boodschap is dat je zelf de magie in het leven moet aanbrengen. Dat is teveel bedacht om indruk te maken.