Moon
Het is alweer twaalf jaar geleden dat Khalid Boudou voor jongeren debuteerde met de bestseller Pizzamaffia, die succesvol werd verfilmd. Hij had toen al naam gemaakt met het eveneens verfilmde Het Schnitzelparadijs. In de novelle Echte mannen heten geen Haas uit 2011 duikt de hoofdpersoon nog een keer op maar Pizzamaffia slaat door mag de echte opvolger heten.
Het is vijf jaar na de pizzaoorlog uit het eerste boek waarin een familievete wordt uitgevochten. Neef Haas leidt de succesvolle pizzeria Melodia en heeft zijn zaakjes goed op orde. Hij is streng maar rechtvaardig voor zijn personeel en vindt het belangrijk dat jongeren kansen krijgen. Zoals Hero, die een strafblad heeft maar het toch weer probeert op het vmbo. Aan het begin van het boek legt hij aan zijn baas kernachtig uit waarom veel jongeren zo gefrustreerd en ‘kapot agressief zijn. Volgens hem let vaak niemand op ze. Alemaal scheidingen, kapotte familie, vette schulden, drugs. Kijk, zegt Hero, dan ben je vijftien en is je leven al een chaos. ‘Daarom willen ze allemaal maar snel money maken, dan denken ze: krijg ik nog een beetje erkenning, liefde en respect van de maatschappij als ik in een dikke Audi rij en gefilterde fakefoto’s drop op Insta.’
Dit is de wereld uit de boeken van Boudou, die schrijft over multiculturele samenleving in al zijn facetten, dit keer ook over asielzoekers. Hero ontmoet twee jongens uit het azc, waarvan er eentje op de huid wordt gezeten door een fantatieke motorbende. Het levert een ongekende veldslag en zoektocht op waarbij Boudou alle registers opentrekt en de lezer tot het einde in spanning blijft over wie er eerlijk is en liegt. Vooroordelen van alle kanten buitelen over elkaar, niemand wordt gespaard.
De dialogen zijn levendig en geestig. De jongeren nemen elkaar op de hak en zijn ontwapenend eerlijk. De woordenlijst achterin is niet overbodig want de straattaal is zelfs voor de personages niet altijd eenduidig. Bijvoorbeeld als het gaat over jemmak, wat moeder betekent. ‘Soms heeft een woord in een andere taal een grotere lading, een diepere betekenis. (…)’. In jemmak zit volgens Haas een groter gevoel, het is hemel, engel, God en moeder ineen. En daarom raakt iemand heel snel beledigd of kwaad als je ermee gaat spotten. Leerzaam, dus ook nog eens.
Het verhaal is vooral een vehikel om in hoog tempo en met veel humor en straattaal personages tot leven te brengen. En dat lukt goed. Het verhaal neigt af en toe naar slapstick (tomatenoorlog) en de plot is uiteraard ietwat over de top, maar dat deert niet echt. Want de mensen zijn van vlees en bloed. Zeker als Hero ervoor zorgt dat Haas zich verzoent met zijn neef, wat ontroerende passages oplevert. Waar Iedereen krijgt klappen fatalistisch van karakter was, heeft dit boek ondanks alle tegenslagen een optimistischer ondertoon. Misschien omdat Boudou in de tussentijd in het onderwijs gewerkt heeft?
Vriendschap, loyaliteit en collegialiteit, in een sfeer van niet aflatende relativering en grappen en grollen. Deze jongens (en een enkel meisje) nemen elkaar de maat, eisen eerlijkheid en inzet, maar gaan voor elkaar voor het vuur. Boudou laat een subwereld binnen onze samenleving zien, die er in kinderboeken nogal bekaaid van afkomt. Hij registreert en zet piketpaaltjes maar oordeelt niet. Pizzamaffia slaat door is actueel en aansprekend, maar belangrijker nog: het leest als een opgevoerde scooter.