Gottmer
Sylvia Weve
Oprheus, Erydice, Bacchus, Ariadne, Pygmalion en koning Midas. Ze staan allemaal in dit dikke en mooi vormgegeven boek (met leeslint) met metamorfosen van Ovidius. Maar ook minder bekendere sterren uit de mythologie kregen een plekje, zoals Leo, Battus, Cyparissus en Phaeton. Maria van Donkelaar is een ervaren herverteller en bewerkster van verhalen (o.a. Boven in de groene linde zat een moddervette haan) en leverde opnieuw een kwantitatief huzarenstukje af. Het zijn er veel en het is raadzaam de inhoud gedoseerd tot u te nemen.
De verhalen blijven boeien want de mythen zijn natuurlijk enorm gevarieerd en leveren allemaal op een andere manier hun zeggingskracht. Niet voor niks blijven mythen populair, zie ook de boeken van Stephen Fry. Van Donkelaar kiest voor de rijmvorm. De verzen zijn bovenaan de pagina’s weergegeven, met daaronder grote en heftige prenten van Sylvia Weve. Eerst over de tekst: het is een kunststukje om al die verhalen in rijmende versvorm te presenteren. Het geeft de voorlezer houvast, en de auteur vast ook. Het nadeel is dat rijm op zo’n grote schaal dwingend en uiteindelijk eenvormig kan overkomen. Het is ook bijna niet te doen om overal rijmwoorden voor te bedenken, en bij vlagen wordt het een soort invuloefening. Oppergod rijmt op lot, natuur op guur en vrucht op gerucht. Spannender wordt het als theorie op compromis rijmt of ‘die slaapt’ op nageaapt. Wie telkens een vers leest, zal er minder last van hebben dan wie ze vlot achter elkaar tot zich neemt.
Fijn dat er een uitggebreide alfabetische lijst met namen en plaastsen achter in het boek is opgenomen. Verder ontbreekt een educatieve uitwerking, gelukkig maar: het is de kracht van de verhalen die het moet doen. Zoals in het titelverhaal: ‘Zo kreeg Midas / ezelsoren. / Vanaf nu / droeg hij een pet, / die hij altijd /op zijn hoofd hield, / puur uit schaamte, / ook in bed’.
Illustratrice Sylvia Weve weet wel raad met dit soort mythen over liefde, dood en verraad. In haar zwierige en krachtige stijl neemt ze nergens gas terug. Ook hier geldt weer voor dat het veel is, vooral omdat er een zekere hardheid en agressiviteit in veel prenten zit. Het is groots en grof en er is relatief weinig verstilling en subtiliteit waar je als lezer soms naar snakt. Na tien verzen en dito prenten, was ik al enigszins murw.
Zo kreeg Midas ezelsoren is een mooie en zinvolle uitgave, met al die mythes op een rijtje. Het is tegelijkertijd ook veel en daarmee behoorlijk massief. Hopelijk schrikt dat niet teveel af want de verhalen zijn het waard .