‘De grootste reis ooit’ van Loes Riphagen, Gottmer, 4+
Deze bespreking stond in verkorte versie in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden van 28 september 2025

Hoe het nageslacht van pissebedden heet? Pissebebies natuurlijk. Samen met een oorwurm, slak, vlieg, vuurwants, worm, mot en snuitkever vormen ze een gemoedelijke samenleving onder een steen. Tot dat de huiselijke vrede ruw wordt verstoord omdat een hand de steen weghaalt. Weg huis. Maar het woningtekort in insectenland is niet dermate groot dat er geen oplossing is. Ze kunnen terecht bij een neef van slak, maar dat vergt wel een pittige reis.
Het ouevre van Loes Riphagen kenmerkt zich door kleine wezentjes. Of het nou friemelbeestjes, heksjes of kabouters of andere fantasiefiguurtjes zijn, de illustratrice heeft een fascinatie voor het petieterige. Haar populairste boeken gaan over een vogeltje met de naam Coco. Ook mini, maar niet eens de kleinste.
In De grootste reis ligt de focus op de trip naar een nieuw onderkomen, die nogal wat obstakels kent. Ze moeten een woeste rivier over, er wordt geklommen en er ligt een woestijn op de route. Als ze bij de nieuwe steen arriveren, blijkt tot grote verrassing van de dieren dat slak allang is gearriveerd. Op een onthullende prent, blijkt de grootste reis niet zo heel ver te zijn geweest, maar zich binnen dezelfde tuin te hebben afgespeeld. Het deert niet, de insecten zijn dolblij en vieren een feestje. Of wordt dat toch weer ruw verstoord? En wat doet die emmer daar.
Zoals altijd is er veel te zien enis het vooral leuk om de dieren individueel te volgen tijdens hun reis en al hun emoties mee te maken. Een prentenboek kan in de basis heel simpel zijn, en toch doeltreffend, dat bewijst Riphagen maar weer eens.


