Kluitman
Jim Field
Uitgeverij Kluitman brengt meteen maar twee boekjes over Beer & Konijn op de markt. Eenvoudige boekjes met vrij veel tekst, om te leren lezen of zelf te lezen. In het eerste deel leren de twee elkaar kennen. Beer heeft een vrolijk en opgeruimd karakter en ze is te goeder trouw. Konijn is van het halflege glas; hij is mopperig en chagrijnig en egoïstisch. Hij heeft de wintervoorraad van Beer gestolen maar krijgt daar spijt van. Beer is erg aardig, ze bouwen samen een sneeuwpop en dan gebeurt het: ‘Voor de allereerste keer in zijn leven glimlachte Konijn’.
De boekjes staan vol fraaie dialoogjes over basale en wezenlijke dingen, zoals eten en vriendschap. Het gesprekje over het eten van eigen poep (‘luister, dat doen alle konijnen. Het is heel normaal’) is hilarisch. In het tweede deel komen er meer dieren uit het bos bij. Konijn ergert zich verschrikkelijk, bijvoorbeeld aan de sloomheid van Schildpad of het lawaai dat Specht maakt. Beer snapt weinig van het ongeduld van haar nieuwe maat. Het leidt tot filosofietjes die doen lichtjes doen denken aan Toon Tellegen. Konijn leert over het samenleven met anderen en krijgt een lesje verdraagzaamheid. ‘Wauw, ik dacht dat de wereld Klein was en vol met Mij. Maar de wereld is Groot en helemaal niet vol met mij’.
Mooie, subtiele wijsheden die onderdeel zijn van het verhaal en waar goed over doorgepraat kan worden. De stijl is hier en daar wat onbeholpen (hoog ‘en toen’-gehalte) en inconsequent (het kan ook de vertaling zijn). De soortnamen zijn in deze boeken de eigennamen van de dieren en dan stoort het als er ineens de Schildpad staat.
De illustraties zijn snel en vlot, als uit animatiefilmpjes, met gebruik van gepaste steunkleuren die de seizoenen ondersteunen.