Querido
‘Draken zijn heel lelijk, van kop tot teen. Zelfs in het donker herkennen we ze meteen’. De ridders gaan in opdracht van de koning zelfverzekerd op pad. Het moet immers een koud kunstje zijn om de draak te verslaan. Die hebben rare stekels op hun rug, veel tanden en een lange smalle hals. De schaduwen die ze aantreffen blijken echter keer op keer bedrieglijk omdat het om slapende dieren blijkt te gaan.
Leo Timmers speelt in zijn nieuwe prentenboek Waar is de draak? met silhouetten in het donker die telkens iets anders voorstellen dan de ridders denken. Gewapend met een kaarsje komen ze er achter dat de stekels van de ‘draak’ konijnenoren zijn en zijn scherpe tanden de snaveltjes. De riddertjes denken iedere keer hun doel te hebben bereikt maar krijgen steeds opnieuw het deksel, en daarmee pleisters, op de neus.
Typische Timmers-slapstick met veel parmantigheid, zinsbegoocheling en oog voor detail. Na een paar keer is de verrassing er wel af maar je blijft nieuwsgierig wie de niet-draak nu weer zal zijn. Met uiteraard een slot waarin de ridders onterecht de overwinning opeisen en kleuters schaterend achter blijven.
Een lieve slapstick met nu eens mensen in plaats van dieren in de hoofdrol, al spelen de laatste geen onbelangrijke rol. Na het gevoelige Een huis voor Harry, het prentenboek van het jaar 2019, is het wel weer even schakelen. Timmers bleek ook gelaagdheid en gevoeligheid in zijn arsenaal te hebben. Waar is de draak? is vooral grappig en blinkt uit in de kunst van de herhaling. Maar er staat niet voor niks een stickertje op de voorkant met ‘van de maker van Een huis voor Harry‘. Timmers heeft de lat voor zichzelf hoger gelegd dan dat hij met dit boek laat zien.