Luitingh-Sijthoff B.V., Uitgeverij
Ellis Post Uiterweer
Na Mijn zus woont op de schoorsteenmantel en Onder de ketchupwolken, dat in 2015 de Gouden Lijst won, is er nu Annabel Pitchers derde YA-roman. Perfect voor fans die ook genoten van Gayle Forman, Ava Dellaira en Meg Rosoff. Zwijgen is goudvis is het meeslepende en hartverscheurende verhaal over een meisje dat niets liever wil dan haar plek in de wereld vinden. Wanneer ze een blog van haar vader onder ogen krijgt, staat haar wereld op z'n kop. Dat iedereen liegt en de wereld voor de gek houdt, is erg. Maar nog erger is de waarheid. Alle 617 woorden in de blog raken haar recht in het hart. En ze zijn stuk voor stuk waar...
Tess leest bij toeval een stuk van haar vader op zijn laptop dat niet voor haar ogen is bestemd. Op die manier komt ze erachter dat hij niet haar verwekker is geweest. In een blog schrijft haar ‘vader’ dat hij direct na de bevalling alleen maar afkeer voelde van ‘dat lelijke rode ding’ dat overduidelijk van zijn vrouw was, en van de spermadonor die hij nooit had gezien. Tess is volledig lamgeslagen. Het versterkt haar gevoel nergens echt bij te horen en het ondermijnt haar zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen. Ze heeft het gevoel onder valse voorwendsels te zijn opgegroeid en kan niet meer met haar vader praten, letterlijk niet.
Midden in de opvoering van een toneelstuk, waarin ze de tegenspeler van haar vader is, komen er geen woorden meer uit haar mond en vangt het grote zwijgen aan. Ze praat niet meer, niet tegen haar ouders en niet tegen haar vriendinnen, klasgenoten en docenten. Tess communiceert alleen nog met haar zaklamp in de vorm van een goudvis, die ze kocht bij een halfslachtige poging tot weglopen. De lamp wordt haar pratende geweten die haar met confronterende en sarcastische commentaren begeleidt en tot de orde roept in haar stille bestaan. Een merkwaardige stijlvorm die haperend op gang komt en wel gaat wennen maar niet helemaal uit de verf komt. Dat is kwalijk want de fictieve stem is de kurk waar het boek voor een groot deel op drijft. Ook de vergelijking met de planeet Pluto (stil en onbereikbaar en ver weg van de rest) is vlak en ontbeert beddding in het verhaal.
Tess ziet in allerlei mannen haar biologische vader, vooral in een nieuwe docent op wie ze dol is maar die haar uiteindelijk zwaar teleurstelt. Als deze ideale man een onbetrouwbare flapdrol blijkt te zijn, valt haar eigen ‘liegende’ vader misschien toch wel mee. De zoektocht wordt te lang uitgesponnen en Pitcher neemt te weinig ruimte voor de confrontatie en de antwoorden op vragen over liefde en vertrouwen. Waarom hebben haar ouders tegen Tess gelogen (of in ieder geval cruciale informatie achter gehouden) en maakt het een verschil in de liefde die ze voor elkaar voelen? Het ongemakkelijke gesprek wordt afgeraffeld maar lucht wel op, de goudvis-zaklamp is overbodig.
Zwijgen is goudvis is een onevenwichtige roman waarin Pitcher bij lange na het niveau niet haalt van haar verbluffende debuut Mijn zus woont op de schoorsteenmantel, en ook niet van In de ketchupwolken. De onontkoombaarheid uit haar eerste boek (iets minder in het tweede), dat actueel en maatschappelijk kritisch was, is vervaagd. Pitcher heeft de noodzaak en relevantie nog niet terug gevonden. Haar opvallende stijl, meanderend maar ook heel direct, maakt het boek nog redelijk de moeite maar kan de merkwaardige kunstgrepen niet verhullen.
Zwijgen is goudvis
Annabel Pitcher
Ellis Post Uiterweer
Luitingh-Sijthoff