‘Ons vuilnis leeft!’, gilt mevrouw Stoffel. Want ineens beweegt er iets in de vuilnisbak en staat er een onzettend vies en plakkerig meisje op. ‘Wat een Viezeltje!’, gruwt mevrouw Stoffel en zo wordt de hoofdpersoon van dit prentenboek geintroduceerd. Mevrouw Stoffel is altijd aan het poetsen want stel je voor dat de burgemeester op bezoek komt, je weet maar nooit. Geheel onverwacht brengt de burgervader ook een bezoekje, maar op een andere manier dan mevrouw Stoffel had gewenst.
Een vies kind dat keurige mensen de stuipen op het lijf jaagt, waar kennen we die ook alweer van? Floddertje van Annie M. G. Schmidt natuurlijk. Het hoeft geen probleem te zijn om personages of verhalen als uitgangspunt te gebruiken, of zelfs min of meer te kopieren, het kan zelfs een eerbetoon zijn. Maar dan had enige vorm van (ludieke of speelse) verwijzing niet misstaan.
Praagman speelt met de smerigheid die Viezeltje veroorzaakt. Ze kleurt de meubels niet in waardoor de drab lekker over de pagina’s kan worden uitgesmeerd. Het heeft tegelijkertijd iets onafs, die grote witte vlakken. Toch wel een grappig prentenboek waarbij vooral het slot op de lachspieren werkt.
Viezeltje
Suzan Peeters
Milja Praagman