Marieke Nelissen
Een huisdier is niet welkom in het pleeggezin van Ollie, omdat sommige huisgenoten allergisch zijn. Maar Ollie wil zo graag een dier voor zichzelf, dat hij kan verzorgen en lief hebben. Dat helemaal van hem is, en dat niet zomaar weggaat. Ineens is er dat wezen. Een gigantisch beest van geel bont met een lijf van drie kronkels en een wollige krulstaart. Ollie voelt meteen dat dit bijzonder is. Dit dier was op zoek naar hem en heeft hem nodig.
Ollie verstopt zijn kronkeldier in de schuur en probeert er in het geheim voor te zorgen. Als zijn pleegouders of de andere kinderen zijn kronkeldier ontdekken, moet het vast weg. Een van zijn pleegbroers is een wijsneus en erg nieuwsgierig en lijkt iets in de gaten te hebben. Giga gaat binnenkort weer terug naar haar moeder en krijgt in de gaten dat Ollie een band met Kronkel heeft opgebouwd. Ze steunt hem maar spoort hem ook aan het dier terug naar de zee te brengen.
Wilma Geldof laat mooi in het midden of het kronkeldier bestaat, daar kan ieder kind een eigen invulling aangeven, net als de kinderen in het pleeggezin. Het bijzondere is dat niemand Ollie zijn illusie ontneemt of hem uitlacht. Het is overduidelijk dat Ollie heel hard een iemand nodig heeft die hem niet in de steek de laat. Zijn ouders zijn overleden na een ongeluk en wie verzekert hem dat zijn pleegouders er altijd voor hem zullen zijn? Iedereen van wie hij houdt, gaat dood of weg, zo is het altijd gegaan. Ollie weigert te geloven dat mensen van hem kunnen houden en dat hij ergens kan blijven. Als Giga terug naar huis gaat, zegt ze natuurlijk dat ze contact zullen houden, zo gaat het altijd. Maar daar komt toch niks van. De komst van het kronkeldier verandert iets in hem en als zijn pleegmoeder zegt: ‘Dit is jouw thuis, dat weet je toch’, begint hij te geloven dat hij het bij het verkeerde eind had.
Ollie en het kronkeldier is een klein, lief verhaal over hechtingsproblematiek waarbij een imaginaire vriend een cruciale rol speelt. De auteur richt zich soms te nadrukkelijk op de uitleg waar het verhaal voor zichzelf spreekt. En stilistisch valt er nog wel wat te winnen maar Wilma Geldof heeft zich enorm verbeterd ten opzichte van haar vroegere kinderboeken (ze maakte tussendoor een verrassend geslaagd young-adult uitstapje met Elke dag een druppel gif, over een jongen uit een NSB-gezin).
Vooral het hoopvolle einde is mooi en hoewel erg positief, behoorlijk geloofwaardig. Marieke Nelissen wordt terecht steeds meer gevraagd als illustrator en kan in dit leesboek niet helemaal haar ei kwijt (het kronkeldier had groter mogen worden afgebeeld) maar laat wel zien dat een leesboek als dit een meerwaarde krijgt door het gebruik van prenten.