Querido
Annelies Jorna
Een robot als leidend karakter in een kinderboek. Dan durf je wel. Peter Brown durft het. We kennen hem vooral als prentenboekenmaker, bijvoorbeeld van het wonderschone Meneer Tijger wordt wild , dat thematisch verrassend veel gelijkenissen blijkt te hebben met De wilde robot.
Brown schrijft in zijn eerste jeugdboek over de robot Roz die als enige van haar soortgenoten een scheepsramp overleeft en aanspoelt op een onbewoond eiland. ‘Je weet vast dat robots niet echt iets kunnen voelen. Niet zoals dieren kunnen voelen. En toch voelde Roz iets wat op nieuwsgierigheid leek’. Haar batterij wordt opgeladen door de zon. In haar tocht over het eiland wordt ze meteen aangevallen door twee jonge beren. Roz is niet geprogrammeerd om geweld te gebruiken maar kan wel lekker irritant doen en begint met dennenappels te gooien. Ze overleeft de aanval maar wordt door de dieren op het eiland nog wel als een monster gezien. Totdat ze een vos helpt na een ongeluk en zich ontfermt over een vogeltje.
Al snel in het boek is Roz moeder van een gansje dat ze Straalsnavel noemt. Met een computerbrein vol moederlijke adviezen en lessen die ze zichzelf leert, wordt de robot al snel een goede moeder. Ze vindt op die manier een plek tussen de andere dieren. Niet helemaal, want Straalsnavel wordt nog wel eens gepest en ontdekt dat Roz niet zijn echte moeder is. Roz is immers niet geboren maar gebouwd maar die robot is wel zijn liefdevolle pleegmoeder. Een van die menselijke thema’s die Brown op een slimme manier verweeft. De wilde robot kent een spannende climax over macht en technologisering maar ook over dromen en vriendschap.
De wilde robot is een wonderlijke maar fascinerende jeugdroman met ook nog eens fraaie illustraties. Dieren en natuur worden in volle glorie beschreven vanuit het perspectief van een robot. Een gedachtenexperiment over de toekomst en over wat menselijk is en niet. Animal Farm meets de toekomstromans van Tonke Dragt.