Lemniscaat
Annelies Jorna
Jeugdboeken met een hoofdpersoon met autisme (of een verwante stoornis) balanceren niet zelden op het randje want er zijn valkuilen bij zo’n personage. De combinatie van het onvermogen tot communiceren, de soms bovenmatige intelligentie en een eigenzinnige kijk op relaties en de wereld,kan karakters voortbrengen die gierend uit de bocht vliegen. Maar er is een aantal boeken waarin alles op zijn plek valt. Een van de mooiste boeken met een autistische (…) hoofdpersoon is Audrey uit Waar zijt gij, schildpad van Jessica Grant, een ander geslaagd voorbeeld is Marcelo en de echte wereld van Francisco X. Stork. Aan dat rijtje kan nu Het alfabet van Candice Phee van Barry Jonsberg worden toegevoegd
Door de opbouw duurt het even voordat je de hoofdpersoon in het hart sluit maar dat past ergens wel bij iemand met autisme. De vertelstem van Candice is eigenzinnig en authentiek en zeer consequent. Het scherpzinnige meisje communiceert op haar eigen manier, vaak middels briefjes en in haar eigen taal. Direct en compromisloos en wars van sociale conventies (die ze domweg niet begrijpt).
Het boek heeft de vorm van een schoolopdracht. Een verslag waarin de leerlingen iets hun verleden moeten beschrijven in 26 alinea’s, aan de hand van het alfabet. Candice vertelt over de moeizame verhoudingen in haar gezin na het overlijden van haar zusje aan wiegendood. Het is feitelijk een schrijnend relaas van een heel verdrietig meisje dat nauwelijks toekomt aan haar eigen rouw. Want zij mist haar zusje ook. Haar ouders trekken zich terug, in depressie en kwaadheid en Candice doet wanhopige pogingen om iets van de fijne sfeer van vroeger terug te krijgen.
Zo lineair en toegankelijk als het in de vorige alinea is opgeschreven, is het boek geenszins. De vorm zit aanvankelijk een beetje in de weg, het alfabet voelt als een kunstgreep. Maar gaandeweg valt het op zijn plek en meandert het verhaal langs opmerkelijke observaties en geestige en complexe filosofietjes waarin haar goudvis en een klasgenoot met een hersenbeschadiging, met wie ze voor het eerst zoent, voorname bijrollen vervullen. Net als een penvriendin die nooit terug schrijft maar aan wie ze hardnekkig brieven blijft sturen. Absurdisme dat richting gekte neigt maar geloofwaardig blijf. In die zin doet het denken aan sommige van de gelaagde boeken van Meg Rosoff.
Het alfabet van Candice Phee is een ontroerend boek, om je aan over te geven en als dat is gelukt volledig in te verdwijnen en vele prachtige passages te onderstrepen Candice te omarmen. Een meisje met autisme (of iets dat er mee te maken heeft, dat blijft enigszins in het midden) dat volledig in haar waarde wordt gelaten. Ze is intelligent maar geen superheld; ze wil wel heel graag helpen. En wat zou je haar graag willen helpen.