close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
12+

Ach, het zijn kinderen die spelen

Het lekkere van pesten is een boek voor zowel volwassenen als jongeren waarin Van de Vendel op basis van gesprekken met slachtoffer, daders en betrokkenen probeert te ontrafelen waarom er is gebeurd wat er is gebeurd. En meer nog: wat de invloed op het leven daarna is geweest. Op de cover staat al te lezen dat het met Julian goed is gekomen, het is ‘het verhaal van een internationaal fotomodel’.

Toch is het niet het klassieke verhaal van een homoseksuele jongen die buiten de boot valt door zijn afwijkende gedrag. Julian valt op meisjes en is niet heel opvallend. Hij heeft een paar vrienden, komt uit een normaal gezin en zijn schoolprestaties zijn gemiddeld. Hij is geen nerd, geen excentriekeling en ook geen muurbloempje en dat maakt het verhaal extra interessant. Van de Vendel gaat op zoek naar de oorzaak van het pesten en komt er achter dat het waarschijnlijk heel subtiel ligt.

Julian is geen gemakkelijk mannetje. Hij bemoeit zich met veel dingen, heeft zijn woordje klaar en voelt de omgangvormen vaak niet goed aan of zoals Van de Vendel het formuleert: ‘Julian snapt waarschijnlijk net iets te laat wat de de acceptatie-afspraken zijn, de onzichtbare codes in de klas.’ Hij heeft blijkbaar iets over zich dat snel irritatie oproept bij anderen.

Het opvallende aan de pesterijen die Julian overkomen is, dat ze niet als afschuwelijk en traumatisch overkomen.  Er is een echt groot en traumatisch incident, waarbij Julian in het water gegooid wordt, en waarbij meer dan honderd scholieren toekijken. Voor de rest gaat het om een aaneenrijging van vaak letterlijke plaagstootjes. Maar de dreiging ligt altijd op de loer en daarmee het voortdurende gevoel van onveiligheid dat bij Julian onder de huid gaat zitten. Het is schokkend om te lezen dat vechtpartijen en agressiviteit bijna de norm zijn op de scholen die worden beschreven.

Als het te gortig wordt en ook Julians broer slachtoffer is van pesterijen, verhuizen de jongens per direct naar een andere school. Maar ook daar gebeuren vervelende dingen, wat leidt tot de verzuchting van Julians moeder: ‘begint het hier nu ook al’. Dat bevestigt Julians gevoel dat het vooral aan hem zelf ligt en hij besluit er het zwijgen toe te doen. Julian vergelijkt de opstelling van de betrokken met die in de Tweede Wereldoorlog . Er waren verzetsmensen, collaborateurs en een grote groep die toekijkt en niets doet en toch tot het goede kamp wordt gerekend omdat ze niet heel duidelijk fout zijn. Heftig, maar nauwelijks een speld tussen te krijgen. Van de Vendel vraagt zich in het nawoord af of het echt lekkere van pesten de sensatie is die je voelt als je iemand gepest ziet worden, terwijl je zelf veilig op de voorste tribune staat? Waarom er sprake zou zijn van sensatiegevoelens, wordt niet uitgelegd. Is het niet eerder zo dat mensen zich onmachtig voelen, met een mengeling van opluchting dat zij niet zelf het slachtoffer zijn?

Van de Vendel beschrijft een klassiek pestverhaal op de manier van de Slash-reeks zonder er fictie van te maken en hij maakt eigen analyses waarbij hij zich als deskundige opwerpt. Bijvoorbeeld als Julian door twee meisjes wordt lastig gevallen waarbij hij een haal met een nagel over zijn wang krijgt. ‘De meisjes wilden dat hij onderdanig was, voor hun genot, met een litteken, een eeuwigheidsteken als gevolg – zodat hun macht ook voor de toekomst wordt vastgesteld.’ Het is een mogelijkheid maar de stelligheid lijkt wat overdreven.

Misschien wel interessanter dan het verhaal van Julian zelf, zijn de interviews met mensen uit zijn omgeving. Het is knap dat het Van de Vendel gelukt is om een van de pesters te spreken. Pascal zegt dat hij niet weet of het voorkomen had kunnen worden. Hij gelooft er in dat de wegen van mensen elkaar om bepaalde redenen kruisen. Bovendien was hij zelf ook een doelwit, stelt hij. Indrukwekkend zijn de gesprekken met de vader en de broer van Julian. De eerste gaat nog steeds gebukt onder zelfverwijt terwijl uit het boek toch vooral naar voren komt dat de veilige en liefdevolle thuissituatie van Julian een deel van zijn redding was. Julians broer is het meest uitgesproken: ‘Voor mij draagt de samenleving maar een vernislaagje van beschaving’. Over de vraag waarom er maar zo zelden wordt ingegrepen: ‘Het kernpunt is natuurlijk dat de politie komt als je achttien bent en je slaat iemand op zijn bek, maar als je veertien bent, wordt er gezegd: ach het zijn kinderen die spelen’.

Een aanvulling op alle literatuur (fictie en non-fictie) over dit belangrijke onderwerp maar Van de Vendel had er verstandiger aan gedaan om niet zichzelf als deskundige op te voeren en de verhalen van alle betrokkenen door elkaar heen te weven. Nu is het niet meer dan een aardig interviewboek. Het is jammer dat de hoofdpersoon ervoor heeft gekozen een pseudoniem te gebruiken terwijl het verloop van zijn carriere wel wordt beschreven. Begrijpelijk misschien maar ook wat dubbel: Julian wil uitstralen dat hij staat voor zijn geschiedenis maar wil er niet op aangesproken worden. Het lekkere van pesten kreeg veel media-aandacht,  ook omdat de verschijning samenviel met de ‘Dag tegen het pesten’. Julian van Dalen vertelt zijn verhaal aan Giel Beelen op 3FM, hier terug te luisteren.

 

Titel Boek:

Het lekkere van pesten

Auteur:

Edward van de Vendel

Julian van Dalen

Kaft:
Tags : actueeljeugdboekLiefde en vriendschapRuzie en pestenSchool