Moon
Karin Pijl
Aaron Renier
Het is een wat minder bekende kant van de bekende schrijver Dave Eggers maar hij schrijft ook kinderboeken. De Tunnels is zijn derde, na The bridge will not be gray (2015) en Her right foot (2017), die (nog) niet in het Nederlands zijn vertaald. Altijd riskant, een bekend romancier die zich aan dit genre waagt maar het pakt gelukkig goed uit. De romans van Eggers zijn bijna iedere keer weer verrassend en divers van vorm en stijl en voor kinderen schrijft hij net zo gemakkelijk.
De Tunnels gaat over een gezin dat naar het stadje Carrousel verhuist, dat zijn naam te danken heeft aan het feit dat er ooit een wereldberoemde draaimolenindustrie was. Industrie is een te plat woord want het ging om vakwerk waar veel inwoners een aandeel in hadden. De mechanieken, de houten dieren en de schilderingen, allemaal zorgvuldig met de hand gedaan. Die tijd is echter voorbij als de 12-jarige Gran Bloempjes er met zijn ouders komt wonen. Zijn moeder schildert en zit in een rolstoel, zijn vader is van de twaalf ongelukken en dertien ambachten. Carrousel lijkt een saai stadje totdat Gran in aanraking komt met een mysterieuze schoolconciërge en een meisje volgt dat plotseling verdwijnt. Met een magische deurkruk heeft ze toegang tot de tunnel. Ze is boos dat Gran haar geheim heeft ontdekt maar hij weet haar ervan te overtuigen dat hij van nut kan zijn.
Eggers ontvouwt een ondergrondse wereld, magisch en fantasievol, waarin je virtuositeit als schrijver herkent. De Tunnels is meer dan een spannend avontuur en in dat opzicht bijna Biegeliaans. Het systeem van de tunnels blijkt van levensbelang voor het voortbestaan van de wereld. Voor het stadje Carroussel is er nog een andere verrassing in petto, waaruit een geloofwaardig feelgood slot voortkomt dat verdorie nog ontroert ook.
In zijn kinderboeken werkt Eggers samen met verschillende illustratoren. De prachtige covertekening is gemaakt door The Fan Brother en de illustraties in het boek zijn van Aaron Renier. Boven ieder hoofdstuk, en het zijn er maar liefst 113, staat een ander tekeningetje van het stadje en de tunnels, met subtiele verschillen die aansluiten bij het stadium waarin het verhaal zich bevindt. Op die manier onstaat er een ritme. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de overige tekeningen van Renier nogal truttig en overbodig zijn.
Eggers overtuigt, hij heeft wat te vertellen en lijkt echt voor kinderen te willen schrijven zonder het er even bij te doen. Sterker nog: het verhaal is een ode aan de kracht van kinderen. Mooi boek, beetje klassiek maar niet ouderwets, ook heel geschikt om voor te lezen.