De Harmonie
Hedi Tjin
Tante Denise wil nog wel een stukje koek, waarop tante Rigoni zegt: ‘Lariekoek zul je bedoelen’. De familieleden kibbelen er op Koninginnedag gezellig op los tijdens de festiviteiten in het park. Liefdevol vangen ze vliegen af en betwisten elkaars herinneringen. Als een van de kinderen graag een ijsje wil, brengt dat het gesprek op schaafijs, dat een grote rol heeft gespeeld in de familiegeschiedenis. Het is de opmaat naar de biografie van Francisco, die kunstig verstopt zit in de raamvertelling die De reis van manie Schaafijs is.
Francisco verliet zijn geboorteland Madeira om als verstekeling het geluk te zoeken en belandde via Brazilië in Suriname. Daar vindt hij de liefde en sticht een groot gezin en na meerdere baantjes, onder andere in een ijsfabriek, vindt hij het schaafijs uit en begint het met veel succes te verkopen. Het levensverhaal is gebaseerd op de overgrootvader van Hedy Tjin die de fleurige tekeningen maakte. Haar eerste samenwerking met Zindzi Zevenbergen mondde uit in Lennox en de gouden sikkel , dat hen zowel een Zilveren Griffel als Zilveren Penseel opleverde. Het boek over de sikkelcelziekte, die vooral bij mensen van kleur voorkomt, had in vertelvorm en uitstraling die we nog niet kenden in een Nederlands kinderboek.
Die originaliteit en eigen koers wordt doorgezet en zelfs nog een tikje aangescherpt. In een kleine roze letter wordt nuttige informatie door het verhaal gestrooid, aamgevuld met krantenpagina’s. Vooral de actuele familiegesprekken zijn een vondst. Die conversaties staan in tekstballonnen en vormen een enerverend en vaak heel geestig commentaar op de historische vertelling over Francisco. Zevenbergen speelt op weergaloze wijze met de familieherinneringen en het gegeven van ‘oral history’.
Het is de vraag of het allemaal zo is gegaan als wordt verteld. En het is meteen de vraag of dat er eigenlijk veel toe doet. Overleveringen worden vaak aangedikt en geromantiseerd tot een verhaal dat een eigen leven gaat leiden. Natuurlijk berust de kern op waarheid, maar of Francisco nou echt het schaafijs in Suriname introduceerde en het bijvoorbeeld ook aan koningin Wilhelmina introduceerde, daar zijn de actieve herinneringen over verdeeld. Tante Denise probeert het hoger oplopende debatje te sussen: ‘Lieverds, wat maakt het uit. Het was toch een mooi verhaal?”. Iemand zegt dat zijn voorkeur was uit gegaan naar de waarheid, waarop oma, de verteller van het verhaal, zegt: “Het was in ieder geval een waarheid. Mijn waarheid’.
De betrouwbaarheid van familieverhalen is een leidend thema, maar De reis van Manie Schaafijs biedt veel meer. Een boeiend levensverhaal dat moeiteloos kan worden gekoppeld aan de actuele discussie over migranten en ‘gelukszoekers’. Opnieuw sprankelende illustraties van Hedy Tjin die er niet voor terugdeinst mensen een groen of blauw kapsel aan te meten. Veel interessante en goed gedoseerde informatie over het leven in Paramaribo en Suriname in de vorige eeuw. En je krijgt natuurlijk zin in ijs, al dan niet uit de hand, met welk smaakje dan ook.
Zevenbergen blijkt dus geen eendagsvlieg te zijn die een belangrijk thema op de kaart zette met Lennox. Sterker nog, dit boek wint het op alle fronten van het debuut. Het is heel knap hoe Zevenbergen en Tjin een constructie bedacht hebben die nauwelijks geconstrueerd voelt en vooral een vrolijke lofzang op het vertellen van verhalen is.