‘Het onwaarschijnlijke verhaal van Baskerville Hall’ van Ali Standish, vertaling Johanna Rijsbergen, uitgeverij Lemniscaat, 12+
‘Wetenschap is magie die begrijpelijk is gemaakt’, vertelt een van de professoren van Baskerville Hall, de prestigieuze kostschool waar Arthur tot zijn eigen verbazing wordt toegelaten. ‘Je zou dus kunnen zeggen dat heksen de eerste wetenschappers waren’, voegt hij er aan toe. Dan is het maar duidelijk: magie en tovenarij zijn niet bepaald taboe op deze plek.
Arthur groeit halverwege de negentiende eeuw op in armoede in een Schots gezin met een lethargische en alcoholistische vader. Dat is op waarheid gebaseerd; de jongen is gemodelleerd naar Arthur Conan Doyle, de auteur van de verhalen over detective Sherlock Holmes. Hij was een enthousiast bokser en had een fascinatie voor paranormale verschijnselen en schreef ook veel science fiction. Al deze elementen zijn samengebald in dit eerste deel van een serie over een kostschool met een duidelijke visie: ‘we nemen hier risico’s om kennis te vergaren.’ Er wordt op Baskerville Hall geen tijd verspild aan grammatica of etiquette.
Arthur heef altijd gedroomd van een avontuurlijk leven en ziet zijn toelating tot de school als een uitgelezen kans om dat waar te maken. Maar er is ook de voortdurende zorg om thuis, waar zijn vader de belofte tot verbetering niet nakomt. Arthur maakt al snel twee beste vrienden en meerdere vijanden. Hij is een slimme leerling en een speurneus, die een inbraak in het schoolgebouw probeert op te lossen. Arthur doorstaat de proeven om lid te worden van het geheime genootschap, waardoor een succesvolle toekomst verzekerd lijkt. Maar de vraag is of dat zo’n verstandige zet is.
Baskerville Hall wordt bevolkt door docenten en studenten met vreemde hobby’s en merkwaardige karaktereigenschappen. Kijk niet vreemd op als iemand een dodo als huisdier heeft of er een babydinosaurus door de gangen loopt. Kortom: alle ingrediënten voor een fantasievol leesboek vol magie. Dat word slechts deels waargemaakt. In vergelijking met andere boeken in dit genre (uiteraard Harry Potter maar ook Nevermoor en Het weeshuis in de azuurblauwe zee), blijft het achter. Het onwaarschijnlijke verhaal van Baskerville Hall mist de uitbundige magie, echt goed uitgewerkte personages en adembenemende verhaallijnen die de andere boeken wel hebben. Daar kan zelfs Sherlock Holmes, die aan het einde om de hoek komt kijken, geen verandering in brengen.
Het is een nogal schaamteloze Potter-kopie, maar misschien verandert dat in de komende delen nog en krijgt het verhaal meer eigenheid. Er verschijnen ieder geval nog twee delen en er is een verfilming in ontwikkeling waar de beroemde regisseur Ron Howard zijn naam aan heeft verbonden.