Van Goor
Sandra C. Hessels
Ben Mantle
Het had één van die vele kinderboeken kunnen zijn waarin een deur wordt geopend waardoor kinderen in een andere, fantasievolle wereld stappen. Een vertrouwd gegeven dat in vele varianten voorkomt, met Narnia als klassiek voorbeeld.
In Het land van Raas is het geen deur maar een vouwbed. Het staat op zolder bij de opa van de 11-jarige tweeling Arthur en Roos en het is de grootvader zelf die er het eerst in verdwijnt. Arthur raakt in paniek en gaat hem achterna en vervolgens komt zijn zus ook.
Wat het anders maakt is dat de kinderen terecht komen in een land dat ze zelf verzonnen toen ze als kleuters bij opa logeerden. Op zolder vinden ze de door hen zelf gemaakte landkaart van Raas en lachen om de ninja-tovenaars en zeemeerminnen die onderdeel waren van hun spel. Ze zijn nu veel te oud voor, vindt vooral Roos. “Ik ben niet meer zoals jij Arthur, ik kan niet meer geloven in al deze fantasiedingen”. Maar als ook zij door het vouwbed heen is gestapt, kan ze er niet omheen dat hun zelfbedachte wereld echt bestaat. De fantasiewezens begroetten hen als oude vrienden (in een enkel geval vijanden) en het is net of hun spel van vroeger gewoon verder gaat. Dat maakt dit boek net even anders dan veel andere Narnia-achtige verhalen omdat de kracht van verbeelding hier heel sterk .
Het vlot geschreven avontuur verloopt daarna volgens een vertrouwd schema van goed en kwaad, maar dat is voor liefhebbers van dit genre geen groot probleem, misschien eerder een voorwaarde. De kinderen ondernemen een dynamische zoektocht naar opa en razen door gebieden met namen als het Klittenbos en de Malle Dieven. Leuk maar niet heel verrassend en jammer van de sullige tekeningen. Ik zou liegen als ik zei dat ik zit te trappelen totdat deel 2 uitkomt, maar heb me met dit boek prima vermaakt.