Wat brengt het komende jaar ons? In ieder geval wordt er weer een Theo Thijssenprijs uitgereikt. Altijd spannend want dat gebeurt maar eens in de drie jaar. 1 maart is de uitreiking van de Woutertje Pieterse Prijs, die is er wel ieder jaar maar er zijn geen nominaties dus ook daar is de verrassing groot. Als het om nieuwe uitgaves gaat, reikt mijn radar niet veel verder dan de zomer. Het lijkt er op dat er veel wordt voortgeborduurd op succesformules. Daar is niks op tegen, zolang het iets toevoegt.
Gisteren is de jury van de Theo Thijssenprijs bekend gemaakt: de schrijvers Peter van Gestel en Jaap Robben, hoogleraar Rita Ghesquière en recensenten Karel Berkhout en Joukje Akveld. Een oeuvreprijs is altijd moeilijk te voorspellen, we weten vooral wie hem niet krijgt omdat de eer hen al ten deel is gevallen. Is het al tijd voor Edward van de Vendel, of wordt eerst een oudgediende als Dolf Verroen nog geëerd? Eind april weten we het, dan maakt de jury bekend wie Ted van Lieshout opvolgt en 60.000 euro op zijn rekening kan bijschrijven.
Het boek waar ik vooralsnog het meest nieuwsgierig naar ben, verschijnt al in februari: Spinder van Simon van der Geest. Het gaat over een jongen met een gigantisch insectenlaboratorium onder zijn huis en is gebaseerd op een toneelstuk dat Vand er Geest eerder schreef. Wat heeft deze prijswinnaar nog meer in huis? Dat geldt ook voor vader en dochter Tolman die het succes van hun eerste gezamenlijke prentenboek De boomhut nauwelijks zullen kunnen evenaren. Het eiland is opnieuw een woordenloos prentenboek met een beer in de hoofdrol.
Ook leuk: er komt een vervolg op Aadje Piraatje (Posthuma/Huiberts), één van de leukste prentenboeken van de afgelopen jaren. Ook het echtpaar Meinderts/Fiennieg maakten samen weer een prentenboek: Het sneeuwmeisje. In de reeks kunstboeken in samenwerking met het Haags Gemeentemuseum verschijnt: De draad van Alexander Calder van Sieb Posthuma. In april komt al het vervolg op Toen kwam Sam van Edward van de Vendel. Ik heb nu al een dubbel gevoel bij De raadsels van Sam omdat het eerste deel zo prachtig en ontroerend was en helemaal af. Heel nieuwsgierig ben ik ook naar het laatste deel van Vango van Timothee de Fombelle. Het eerste deel overtuigde maar veel hangt af van het slot.
Andere boeken om naar uit te kijken: Ridder zonder hart van Cornelia Funke, Liefde, liefde en nog eens liefde van Mariken Jongman (opnieuw over Kiek) en Niet zonder liefde van Marita de Sterck ('een grootstadsroman over liefhebben en springen').
Of het een mooi jeugdboekenjaar wordt, valt aan de hand van catalogi moeilijk te zeggen. Dat moeten die letters op papier toch echt zelf uitwijzen. Er valt in ieder geval weer genoeg te lezen!
