De Vier Windstreken
Harmen van Straaten
Egeltje Jelte en zijn broertjes mag absoluut de weg niet oversteken van hun moeder. Ze gehoorzamen want hun vader is omgekomen in het drukke verkeer. Alleen Jelte is te nieuwsgierig en kan zich niet bedwingen om een kijkje aan die overkant te nemen. Misschien ziet de wereld er daar heel anders uit en wie weet, treft hij er zijn vader wel.
Mark Haayema heeft zich bekwaamd in lichtvoetige prentenboeken waarin grote thema’s schreef eerder prentenboeken over homoseksualiteit en stotteren (Joep!) en dementie (Oma, mag ik mijn pop terug?). Voor De overkant, een prentenboek over de dood, schreef hij versjes in de dwingende ABCB-rijmvorm en hield zich niet. Hij rijmt zich een ongeluk (rijmt op stuk) in bijna veertig versjes volgens dit vaste patroon. De rijmwoorden zijn leidend en van grote eenvoud, wat logisch is voor een prentenboek voor kleuters. Maar na zegt-echt, niet-ziet-verdriet, eng-streng, rij-blij, bos-klos, maan-bestaan (2), geluk-stuk, nacht-wacht, weg-heg (2x) enz. is het wel klaar. Overdaad schaadt (rijmt ook al), zullen we maar zeggen, en het heeft iets van een invuloefening. ‘Nee mama, ik heb geluk – Ik heb nergens pijn of last van – en geen stekeltje is stuk’, is de meest creatieve zin uit het boek.
Door de originele en onverwachte wending in het verhaal. wordt het gesprek over doodgaan, hemel en sterren inhoudelijk naar een hoger niveau getrokken. Egeltje Jelte heeft een soort van bijna-doodervaring, inclusief een ontmoeting met zijn vader, en leert dat de dood onomkeerbaar is. ‘Alle dieren aan de overkant, blijven daar voorgoed’. Eenmaal terug bij zijn moeder is Jelte gerustgesteld en is zijn drang naar avontuur voorbij, hij weet nu dat zijn vader de wacht over hem houdt. Een troostrijke gedachte voor kleuters die met het verlies van een ouder te maken hebben gehad.
De tekeningen van Harmen van Straaten zijn eeh…heel erg de tekeningen van Harmen van Straaten. Je weet wat je krijgt: blijmoedige, frisse en conventionele prenten waarop het nergens echt schuurt of eng wordt. In zijn hemel zit je gewoon onder een paddenstoel met witte stippen. De gemakzuchtige en niet erg verfijnde uitgave doet alles een beetje plomp uitkomen.
Voor wie Kikker en het Vogeltje heeft stukgelezen en Doodgewoon nog een bruggetje te ver is, is een prentenboek als De overkant best geschikt om de dood voor kleuters bespreekbaar te maken.