Luitingh-Sijthoff
Tien jaar na de coming-out van Adrian Mayfield ligt er de omnibus (volgens auteur Floortje Zwigtman zelf van ‘Trops-formaat’, naar de zwaarlijvige kunstschilder uit het verhaal) waarin de drie delen van De Groene Bloem (Schijnbewegingen, Tegenspel en Spiegeljongen) zijn gebundeld. Zwigtman stapte van uitgeverij Fontein over naar Moon en verhuisde vervolgens met uitgeefster Thille Dop mee naar Luiting Sijthoff, waar de rest van haar trilogie Vonk wordt uitgegeven. Deze gebundelde Groene Bloem-trilogie, meer dan 1600 pagina’s in totaal, is een van de eerste uitgaven van het nieuwe jeugdboekenfonds van Luiting Sijthoff. Op dun papier gedrukt en met een paar nuttige bijlagen: een broodnodig overzicht van alle personages en de bronnen van alle gebruikte poëzie en andere teksten, een nog niet eerder gepubliceerd hoofdstuk en een verrassend en interessant nawoord van de auteur.
Zwigtman onthult daarin dat de hoofdpersoon in de oorspronkelijke versie een meisje was, dat naar Londen kwam om actrice te worden. Het wilde echter maar niet spannend worden en daar bleek het belangrijkste personage debet aan. Zo’n Victoriaans meisje mocht niet zoveel en maakte dus weinig enerverends mee. Dus werd het Adrian Mayfield, de blonde jongenshoer, die tot dan toe op de achtergrond was gebleven. Een gok, om als vrouw over een homoseksuele jongen te schrijven, geeft Zwigtman toe. Zou het haar lukken om een geloofwaardig personage te creëren? Ik dacht het wel! In mijn recensie van Spiegeljongen schrijf ik: “onvoorstelbaar is de openhartige manier, althans voor een jeugdroman, waarop Zwigtman over (homo)seksualiteit schrijft, over lust en geilheid en over de daad zelf. Op dat vlak is ze ongeëvenaard en het is een klein wonder dat een vrouw zo invoelend de herenliefde kan beschrijven.” Zwigtman zegt nu dat ze besloot om universe gevoelens als leidraad te nemen: het verlangen iemand te vinden bij wie je jezelf kunt zijn, de angst voor eenzaamheid, het hormonale tumult van de puberteit.
Alhoewel de boeken merkwaardig genoeg niet rijkelijk werden bekroond (wat vooral ook met de sterke concurrentie te maken had) waren de superlatieven niet van de lucht: ‘Meesterwerk van internationale allure, schreef de Volkskrant en op JaapLeest had ik het in de recensie van Spiegeljongen over ‘jeugdliteratuur van de allerhoogste kwaliteit’. Zwigtman schrijft in deze omnibus dat ze brieven van lezers kreeg die haar smeekten om Adrian gelukkig te laten worden, liefst mét Vincent. Ze had toen nog niet besloten hoe het met hem zou aflopen, het lag voor de hand dat hij om het leven zou komen. Maar ze was misschien wel teveel van hem te gaan houden om het tragisch te laten eindigen. Daarmee bleef de hoop in leven dat er nog eens een vierde deel zou komen maar die bleek ijdel. Dit is het, en deze Omnibus is een prachtig monument voor Adrian Mayfield, één van de belangrijkste personages uit de Nederlandse jeugdliteratuur. Het nog niet eerder gepubliceerde hoofdstuk is een lief cadeautje: het beschrijft een korte vakantie van Adrian met Vincent naar Wales. Alleen die episode is het al waard om deze enorme pil aan te schaffen.
Een groene bloem
Floortje Zwigtman
Luitingh-Sijthoff