Maartje Kuiper
Zo’n wijk waar alles nog moet beginnen. Het beton is er, de ramen zitten in de huizen en er is voorzichtige bestrating. Maar nog nauwelijks groen, geen bomen en planten, en geen voorzieningen. De mensen die in de huizen gaan wonen zijn allemaal nieuw en snuffelen aan elkaar. Zo’n typische Vinexwijk is het decor van Die zomer met Jente, het nieuwe boek van Enne Koens (Hotel Bonbien, Sammie en opa)
In het geval van de dertienjarige Jente is het geen snuffelen maar bespringen. Marie (11) heeft nog nauwelijks een voet over de drempel van het nieuwe huis gezet of ze heeft al een vriendin. Vanwege de nieuwe baan van haar moeder verhuist ze met haar ouders honderdvijftig kilometer verderop. Weg uit haar vertrouwde omgeving en weg van haar hartsvriendin Zoë. De brutale Jente, met een beugelslotje, overrompelt haar met haar directe gedrag, dat Marie al snel spannend en uitdagend vindt. Ze is er van in de war: is dit nu haar beste vriendin dan, en Zoë dan, die ze al haar hele leven kent? Kun je meer dan één beste vriendin hebben?
Het wennen aan de nieuwe omgeving gaat in ieder geval gemakkelijker met Jente, met wie ze die zomer veel dagen doorbrengt. Ze hangen rond in de bouwputten en in hun eigen kuil, waar ze snoep en Donald Ducks verstoppen. Er komen al snel barstjes in de vriendschap door de onvoorspelbaarheid van Jente. Die pleegt een vorm van verraad, heeft driftbuien en vaak ruzie met haar ouders. Dat heeft Marie nooit, die blijft altijd in gesprek met haar begripvolle ouders.
Als het uit de hand loopt, lijkt het boek een wending te nemen die doet denken aan Zwarte Zwaan van Gideon Samson, maar een minder dramatisch verloop kent. Een keuze die te volgen is maar het schurende randje afvlakt en de plot minder dwingend maakt. Koens beschrijft nu vooral de grenzen van een vriendschap. Wat is een vriendschap waard als de een zo onberekenbaar en overheersend is? Koens laat daar ook de aantrekkelijke kanten van zien; er gebeurt tenminste wat en Marie vindt het spannend.
Een boek in de traditie van de Scandinavische jeugdliteratuur: verhalend, psychologisch gelaagd en met veel dialoog. Koens weet de gedachtenwereld van een meisje van 11 feilloos te raken. Ze schetst ook een mooi beeld van zo’n nieuwe wijk waarin de verhoudingen nog niet vaststaan en iedereen zijn plek moet vinden. Een plek van pioneren verwachtingen maar ook van wantrouwen en beginnende ergernissen. De nieuwe bewoners zijn nog bezig de piketpaaltjes te slaan en dat geldt ook voor de kinderen.
De gedichten waarmee de hoofdstukken beginnen, zijn wat geforceerd en verliezen gaandeweg aan kracht. Die zomer met Jente is een broeierig en sfeervol boek waarmee Koens haar status van veelbelovend inruilt voor een gevestigd auteur van psychologische kinderboeken. Al zet ze net dat laatste overtuigende stapje niet. Er zit dus nog meer in.
Een uitgebreid gesprek met Enne Koens over dit boek is te horen in een aflevering van De Grote Vriendelijke Podcast.