Moon
Aimée Warmerdam
Haar debuutroman The hate u give sloeg als eerste Black Lives Matter-jeugdroman in als een bom. Inmiddels verfilmd en nog steeds hoog in de bestsellerlijstjes en inmiddels geldend als een van de belangrijkste jeugdboeken van deze eeuw. Angie Thomas maakte haarscherp de mechanismes achter racisme duidelijk maar spaarde ook de zwarte gemeenschap zelf niet. Die lijn trekt ze door in De roos uit het beton waarin het verhaal wordt verteld dat aan The hate u give vooraf gaat. Het verhaal van Maverick, de vader van Starr, de protagonist uit haar debuut.
De vader van Maverick was een bewierookt bendeleider maar zit inmiddels alweer negen jaar in de gevangenis. Zijn zoon wordt met hem vergeleken maar kan niet aan hem tippen. Maverick zit opgescheept met de erfenis van zijn vader. Hij kan niet anders dan geen lid zijn van een bende terwijl hij daarvoor niet in de wieg lijkt gelegd. Over een wieg gesproken: het boek begint met de geboorte van zijn zoon. Een slippertje tijdens de korte periode dat zijn verkering uit was, mondt meteen uit in het vaderschap. De jonge moeder haakt af en Maverick heeft op zijn zeventiende al de verantwoordelijkheid voor een kind. Hij houdt meteen van zijn zoon maar het is ook doodeng en slopend. Na één weekend ‘huilen, poepen en plassen’ is hij al uitgeput.
Thomas beschrijft het vaderschap van de tiener overtuigend. Het cliché van een zwarte jongen die een meisje heeft bezwangerd, dat weet Maverick zelf maar al te goed. Hij is zelf nog een kind, die zijn eigen vader mist en er mee moet dealen dat het niet meer om hem draait. Dat dealen is ook nog een dingetje. Het wordt heel inzichtelijk hoe het bijna vanzelfsprekend is dat dit in het leven van dit soort jongens een rol gaat spelen. Thomas doet daar niet weekhartig of omslachtig over, alhoewel ze niet terugdeinst voor enige stilistische bombast en soms letterlijke stijlbloempjes. Als Maverick enig gevoel voor tuinieren krijgt, laat ze hem zeggen: ‘Misschien verdien ik geen tweede kans meer maar deze roos verdient dat wel’.
In een vlot geschreven boek schets Thomas de problemen en dilemma’s van jonge zwarte mensen. Hun doelen en ambities, de verwachtingen die aan hen worden gesteld, de druk die vriendschappen en familie met zich meebrengen. Het staat er allemaal in en het is goed na te voelen. Zo’n prequel zou goedkoop kunnen uitpakken als het meeliften op het succes van een bestseller. Dat is niet aan de hand. Thomas vertelt opnieuw een relevante geschiedenis die buiten het gezichtsveld van veel lezers ligt. Samen met Jason Reynolds hoort ze bij de belangrijkste stemmen van de 21e-eeuwse jeugdliteratuur.