Querido
Janneke Karst-Rogaar
Gibbe en de maandagman is één van de merkwaardigste kinderboeken die ik de afgelopen jaren las. De makers nemen halverwege pauze (‘als je een tekening van de directeur wil, dan kan je die hiernaast maken. tot zo’) en auteur Evelien de Vlieger gaat met veel zelfspot in op hun namen. Over haar eigen naam: ‘Al die ijle e’s en ie’s. We kunnen alleen maar hopen dat het haar echte naam niet is. Zweven is leuk, maar je moet ook eens met je voeten op de grond staan’. Over de naam van tekenaar Karst-Janneke Rogaar: ‘De bevalling moet erg veel pijn gedaan hebben, alsof haar moeder geen malse baby maar een zak aanmaakhoutjes op de wereld zette. Sommige van haar tekeningen zijn als splinters in je ogen. Je kunt er beter niet te lang naar kijken’.
Gibbe en de maandagman hangt van de ironie en absurditeit aan elkaar en tart alle wetten van het kinderboek. Soms is er sprake van een verhaal, dan wordt daar weer uitgestapt, wordt de lezer rechtstreeks aan gesproken, wordt benadrukt waar het verhaal niet over gaat en dat het zich over tien jaar afspeelt, of worden er malle en zeer geestige lijstjes geplaatst. ( De moeder van Gibbe moet ook nog huisvrouw zijn en dat takenpakket is zwaar: ‘Het fruit alfabetisch rangschikken, de houten vloer water geven, de kruimeldief op het rechte pad brengen, eenzame sokken gezelschap houden‘).
Het verhaal gaat in grote lijnen over Gibbe die in het stadspark wakker wordt en daar de Maandagman (‘ik zorg ervoor dat je veilig in dinsdag komt’) ontmoet die maar één arm heeft en met een grote doos donuts rondloopt. Hij probeert zijn school te bereiken en dan gebeuren de wonderlijkste dingen, ook met zijn afschuwelijke zus Toska en zijn merkwaardige moeder. En oh ja, duizendpoten spelen een belangrijke rol, er is iemand die zebrapaden verkoopt en er wordt een jongeman bij de mobiele telefoon geleverd. Kortom: doldwaas en knettergek maar het is goed te verteren. Waarom? Omdat de ironische stijl zeer bewust en consequent wordt gehanteerd en daarmee doelmatig is.
Gibbe en de maandagman doet in opzet denken aan de populaire ‘Dagboek van…’-graphic novels maar al na een paar bladzijden blijkt het daar vooral een persiflage op te zijn en dus een welkome aanvulling op dat genre. Dat heeft voor een groot deel te maken met de tekeningen van Karst-Janneke Rogaar die me niet overtuigde met Per Ongelukt! ( het kinderboekenweekgeschenk van 2015) maar hier de ruimte neemt en een slimme dialoog aangaat met de teksten van De Vlieger. Ze doet geen moeite om ‘mooi’ te tekenen en haar directe en geestige verhalende stijl maakt dit knotsgekke boek af.
Gibbe en de maandagman is zo’n boek waar je even aan moet wennen en op moet kauwen en dat dan best lekker blijkt te zijn.
Gibbe en de maandagman
Evelien de Vlieger
Karst-Janneke Rogaar
Querido