Lannoo
Bernadette Custers
Wieke is een opvallende verschijning met haar rode haar en schreeuwerige overhemden. Maar ze wil het liefst verdwijnen. In tegenstelling tot Rut die zwarte kleren draagt en bij wie de lange haren voor haar gezicht hangen. Zij wil juist graag gezien worden. Als de twee totaal van elkaar verschillende meiden elkaar op een eiland ontmoeten, knettert het direct.
Wachten op de wind van de Zweedse schrijver Oskar Kroon komt wat traag op gang, wat ergens wel past bij de zwijgzaamheid van Wieke en haar opa. Die laatste woont op een eiland waar Wieke zich op haar gemak voelt, zeker na de scheiding van haar ouders die ze niet aan heeft zien komen. Ze probeert een zeilboot zeewaardig te maken en drinkt samen met haar grootvader rabarbersap en ze mopperen over dat ‘verdomde’ vasteland. Opa is een gewezen zeeman die graag een borrel lust en die ook wel kan gebruiken om dingen uit het verleden te vergeten. Hij is van mening is dat de meeste mensen maar slecht hun mond kunnen houden. Zijn eerlijkheid en gebrek aan sociaal wenselijke antwoorden, zijn een steun voor Wieke. Iedereen probeert haar gerust te stellen. Opa niet. Die zegt dat het moeilijk is dat je niet kunt weten hoe de dingen gaan uitpakken. Je kunt alleen maar hopen.
Die onbedoelde raad helpt Wieke in de onverwachte vriendschap met Rut die misschien wel meer is dan dat. Wieke heeft ineens woorden en kan niet stoppen met praten over haar fascinatie voor de zee en vissen. Er is een kus en er is een misverstand. Nadat er een bruinvis aanspoelt, staat Wieke in het middelpunt en is haar nieuwe vriendin daar niet gelukkig mee.
De overeenkomsten in setting en verhaal met het vorig jaar verschenen jeugdboek Als Vuur van de eveneens uit Zweden afkomstige Sara Lövestam (verschenen in de Glow-reeks van Querido) zijn opvallend. In Wachten op de wind zijn de karakters veel geloofwaardiger en het is bovendien vele malen beter geschreven, met mooie zinnetjes als ‘ze ruikt lekker, naar potlood’. Oskar Kroon, die naast schrijver ook bakker is, kreeg voor dit stilistisch verfijnde boek de Augustprijs, de Gouden Griffel van Zweden. Een boek waarin tussen de regels door veel gebeurt en in ontwikkeling is. De meiden zijn als magneten maar het woord lesbisch valt nergens.
‘Iedereen zegt altijd dat je jezelf moet zijn en jij bent waarschijnlijk de enige dat ik ontmoet heb, die dat ook echt is’, zegt Rut tegen Wieke. Die reageert met: ‘Als je net als ik wilt zijn, ben je dus niet langer jezelf.’ Wachten op de wind is een fraai en ingetogen portret van twee adolescente meiden die aan het uitzoeken zijn hoe ze zich verhouden tot zichzelf en anderen. Volwassenen denken volgens Wieke altijd maar dat het leven voor iedereen onder de achttien zich in het paradijs afspeelt, maar dat is onzin. Dat er genoeg is om mee te worstelen en verdrietig over te zijn, wordt overtuigend neergezet in dit intrigerende coming of age verhaal over identiteit.