Querido
Renate Siepel
De moeder van Esi en haar broertje Yaa wil niet dat ze langer met Lano speelt en hij mag ook niet meer bij hen eten. Vader vond dat altijd prima maar nu is Lano alleen nog goed genoeg om de maaltijden op te dienen.
Henna Goudzand Nahar maakt in het begin van Suikerland onomwonden duidelijk dat ook onder zwarte mensen zelf de verhoudingen ongelijk konden zijn. Het volk van Lano was buit gemaakt in een oorlog en daarom waren zij nu slaven (ik gebruik hier de terminologie van Goudzand Nahar – JF). Esi begrijpt haar moeder wel: als Lano het nu niet leert, wordt hij nooit een goede slaaf. Lano snapt er op zijn beurt niks van: hoe kan ze ineens zo neerbuigend tegen hem doen en hem niet eens meer bij zijn naam noemen.
Suikerland geeft inzicht de geschiedenis en mechanismen van slavernij, maar gaat vooral over psychologie van kinderen die ermee geconfronteerd werden. Er is in kinderboeken vaker over geschreven, alhoewel niet eens zo heel veel. Arend van Dam combineerde non-fictie en fictie in De reis van Syntax Bosselman en Dolf Verroen confronteerde de lezer in Hoe mooi wit ik ben met een meisje dat een slaafje cadeau krijgt. Henna Goudzand Nahar schreef het, met een zilveren penseel bekroonde, Op de rug van Bigi Kayman en kan, anders dan de genoemde auteurs, putten uit haar eigen familiegeschiedenis. Ze houdt het verhaal dichtbij de hoofdpersonen, waardoor hun ervaringen en gevoelens centraal staan: verdriet en boosheid, de verbazing en het onbegrip over wat ze overkomt en het schipperen tussen lijdzaamheid en opstandigheid.
Alles verandert opnieuw als de drie kinderen aan de oever van de rivier worden ontvoerd en naar een slavenschip gebracht. Na een vreselijke tocht over de oceaan weet Lano te ontkomen en wordt Esi verkocht aan de eigenaar van een suikerrietplantage, waar ze ‘huisslaaf’ wordt. Daarbij mag ze nog van geluk spreken, wordt haar duidelijk gemaakt, want ze had ook als veldslaaf in de bloedhete zon kunnen ploeteren. Ze deelt een kamer met Jantje, de zoon van een Amsterdamse opzichter en een zwarte vrouw, die droomt over een ander leven.
Esia kan er met haar hoofd niet bij dat sommige zwarten samenwerken met de ‘witte wezens’ en andere slaven het leven zuur maken, of zich zo dienstbaar opstellen en zich de vernederingen laten welgevallen. Sommige zwarte mensen zijn gaan geloven dat ze minder waard zijn dan witte mensen. En witte mensen zijn gaan denken dat alleen zij een goed leven mogen hebben.
Tegelijk kan Esi zelf ook niet veel anders dan zich neerleggen bij haar lot. Ze stelt vast dat slaaf zijn in dit land echt iets anders dan slaaf zijn in haar dorp. Goudzand Nahar verwerkt die verschillende invalshoeken rond macht, onderdanigheid en loyaliteit op een slimme manier. Ze laat uit het perspectief van het meisje zien hoe gruwelijk het systeem is waarin mensen de baas zijn over anderen en hen als hun eigendom zien. Esi beseft dat niks meer van haar zelf is, ze is alleen nog de baas over haar eigen geest.
Vrij onnadrukkelijk wordt de geschiedenis aangestipt, en wordt duidelijk hoe de Europeanen hebben huisgehouden in Afrika en Suriname, en hoe zwarte en inheemse mensen daar onder hebben geleden. In de jacht naar meer rijkdom werden mensen als dingen gezien. Het verfrissende van dit boek is dat de auteur dat als gegeven neerzet en niet de gruwelijkheden uitvergroot. De focus ligt op de personages en hun gevoel en beleving; de onbevangen maar ook wat naïeve kijk van kinderen, geeft het verhaal een extra laag.
De illustraties van Renate Siepel hebben de sfeer van de schoolplaten van vroeger en worden groepsgewijs opgediend. Om de zoveel hoofdstukken worden er een paar achter elkaar geplaatst. Paginagrote prenten in een ouderwets aandoende stijl met momentopnames uit het verhaal die in verstilde scenes zijn weergegeven. Op de belendende bladzijde staat een korte alinea tekst. Deze intermezzo’s geven het verhaal de versnelling die het op dat moment nodig heeft.
Esi en Jantje zijn de interessantste karakters vanwege de dubbelheid van hun achtergrond. Ze hebben nog een heel leven voor zich en besluiten zich niet zomaar bij hun situatie neer te leggen. Het zet de oudere slaven aan het denken, een mooi contrast. Er is wel wat aan te merken op de structuur. De schakeling tussen de verschillende personages verloopt niet overal even soepel. Te vaak is er plots weer een ander perspectief, wat het verhaal niet sterker maakt. Lano wordt op een kwart min of meer uit het boek geschreven en ook dat gaat ten koste van de evenwichtigheid.
Maar Suikerland geeft meer dan andere kinderboeken over slavernij een gevoel van binnenuit. Het is een ferme poging om weer te geven hoe het echt geweest kan zijn en is daarmee inzichtelijk en leerzaam. Goudzand Nahar zet de kinderen centraal in een boek over een geschiedenis die niet vergeten mag worden, en waar we ook nog lang niet alles over blijken te weten.