Leopold
Martijn van der Linden
Hoe mooit wit ik ben van Dolf Verroen verscheen in 2006 onder de titel Slaaf Kindje Slaaf bij de kleine uitgeverij Ger Guijs en bleef in Nederland grotendeels onopgemerkt. Bas Maliepaard schreef een half jaar na verschijning een bespreking in Trouw. In Duitsland was het van meet af aan een hit en werd het meerdere keren bekroond met o.a. de prestigieuze Deutscher Jugendliteraturpreis. Kinderboekenschrijver Dolf Verroen heeft vaker laten doorschemeren dat het hem dwars zit dat het boek in Nederland weinig erkenning heeft gekregen.In het jaar dat hij het Kinderboekenweekgeschenk (zijn laatste boek, Verroen is 87) schrijft, komt zijn vaste uitgeverij met een herziene versie met een nieuwe titel. De gedateerde tekeningen van Veronica Nahmias zijn vervangen door illustraties van Martijn van der Linden.
Verroen legt in het nawoord uit hoe de reis die hij samen met Miep Diekmann in 1976 naar Suriname maakte, zijn kijk op de wereld en de geschiedenis deed kantelen. Hij had aanvankelijk helemaal geen zin in die trip, de tropen waren ver van zijn bed. ‘Je hebt gelijk’, zei Diekmann. ‘Een kinderboekenschrijver moet denken dat de wereld bij zijn voordeur ophoudt’. Verroen voelde zich zo thuis in Suriname dat hij er wilde gaan wonen, al maakten sommige Surinamers hem onverbloemd duidelijk dat er altijd afstand zou zijn. ‘Wij komen van slaven en jij bent een afstammeling van de slavenhandelaren’. Pas veel later, na een bezoek aar Ghana, vond Verroen de vorm om zijn gedachten om te zetten in een verhaal.
Het werden veertig kleine hoofdstukjes over het meisje Maria, dat een slaafje krijgt voor haar twaalfde verjaardag. ‘Ik was blij met Koko. Ik had nog nooit een eigen slaaf gehad’. Er is in de famlie van Maria geen enkel gevoel voor de slaven; het zijn gebruiksvoorwerpen. Letterlijk zelfs, de nieuwe slavin raakt zwanger van de vader van Maria. Verroen velt geen moreel oordeel, dat is aan de lezer. Hij houdt consequent de vanzelfsprekende toon vol: Maria weet niet beter dan dat zwarte mensen minderwaardig zijn. Je kunt het haar eigenlijk niet eens kwalijk nemen, maar het voelt wel ongemakkelijk.
Een confronterend boek dat in een directe stijl racisme aan de kaak stelt. Misschien was Verroen gewoon te vroeg. Deze tijd van pieten- en vluchtelingendiscussies schreeuwt om duiding en achtergrond. ‘Geschiedenis leert waar je vandaan komt en, als het goed is, waar je heen wilt’, sluit Verroen zijn nawoord af. Hoe mooi wit ik ben is een onaangenaam verhaal dat verteld moet blijven worden.
Hoe mooi wit ik ben
Dolf Verroen
Martijn van der Linden
Leopold