Baeckens Books
Pieter van der Drift en Manon Smits
Anderhalf jaar geleden was hij er ineens: Davide Morosinotto. Een Italiaanse jeugdboekenschrijver van wie het debuut Het mysterieuze horloge van Walker & Dawn in het Nederlands was vertaald. Een opvallende en meeslepende jeugdroman. Vorig jaar verscheen Twee fonkelrode sterren in de blinkend witte sneeuw in vertaling en nu is het laatste deel van wat de schrijver zelf een ‘bizarre trilogie’ noemt: De verloren bloem van de sjamaan, met als ondertitel ‘Een ongelooflijke reis van de Andes naar het Amazonegebied. Opnieuw vanuit het Italiaans overgezet door Pieter van der Drift en Manon Smits.
Dit deel heeft de minst aantrekkelijke cover van het drietal maar dat wordt dan weer gecompenseerd met veel onverwachte tierelantijnen in het binnenwerk. Want het is altijd wat in die boeken van Morisonotto: merkwaardige verhaalopbouw, onvoorziene sprongen, commentaar in de zijlijn en in dit geval een flink aantal typografische gekkigheden die het verhaal versterken. Zinnen krullen plotseling over de pagina’s, zinnen ontploffen of zinnen zijn in de vorm van een vraagteken verwerkt. Prima, zolang het maar geen kunstje is om een zwakke inhoud te verbloemen. Dat is gelukkig opnieuw niet het geval want De verloren bloem van de sjamaan is een aangrijpende vertelling. Hoofdpersoon is Laila. Een Finse diplomatendochter die met mysterieuze klachten in een ziekenhuis in Lima, de hoofdstad van Peru, wordt opgenomen.
Al snel blijkt het om een progressieve neurologische ziekte te gaan waartegen geen behandeling mogelijk is. Laila zal snel aftakelen, ze begint haar gezichtsvermogen al te verliezen. Het boek begint dan ook onomwonden met: ‘Ik ga bijna dood. Dat is een feit.’ In het ziekenhuis leert ze El Rato kennen, een jongen van haar leeftijd die om onduidelijke redenen al zijn hele leven in het hospitaal woont. Ze vinden een dagboek van een dokter die ooit in de kliniek werkte. Hij beschrijft de vondst van een wonderbloem in het Amazonegebied. Een aftreksel van deze mysterieuze plant zou iedere zenuwaandoening kunnen genezen.
Laila heeft niks te verliezen en samen met de jongen lopen ze weg uit het ziekenhuis. Weg van haar overbezorgde moeder en ongeïnteresseerde vader. Ze gaan op zoek naar de bloem, wat uitloopt op een idiote reis met krankzinnige avonturen waarbij verschillende bijzondere mensen hun pad kruizen. Het verhaal meandert en is soms zwaar over de top, zeker tijdens een ontvoering, maar altijd onderhoudend en meeslepend. Er volgt een ontmoeting met de sjamaan maar dat verloopt allemaal nogal anders dan verwacht. Het verhaal lijkt af te stevenen op een happy end maar uiteindelijk blijkt dat het er maar afhangt welke definitie je daarvan hanteert.
Daarmee zegt Morosinotto veel over leven en dood en vooral over acceptatie van het lot. Dat is een mooi gegeven dat op een ingetogen manier is uitgewerkt. Deze trilogie mag die naam eigenlijk niet dragen. Het zijn zelfstandige boeken die gemeen hebben dat ze steeds over eigenzinnige kinderen gaan die buiten de gebaande paden treden en daardoor die spectaculaire avonturen beleven. En dat ze experimenteel en gedurfd zijn, in aanpak uitwerking en lay-out. Maar bovenal dat het drie meeslepende geschiedenissen zijn waarin de lezer zich totaal kan verliezen.
Morisinotto is een fantastische verhalenverteller. Hopelijk blijft het hier niet bij.