Neem een kip van Erna Sassen, illustraties Martijn van der Linden, Leopold, 14+

Erna Sassen schreef drie boeken over Joshua en het is een drieluik geworden, dat een bijzondere plek in de Nederlandse jeugdliteratuur inneemt. Vergelijkbaar met de status van De Groene Bloem-trilogie van Floortje Zwigtman. Hoe verschillend ook, de boeken zijn naast elkaar te leggen als het gaat om de directe vertelstem en de vrijheid waar het gaat om vooral seksualiteit.
Erna Sassen rondt het verhaal over Joshua af (als dit tenminste de afronding is) met Neem een kip waarin de inmiddels vertrouwde personages nog meer tot leven. Als je dit boek tot zijn recht wilt laten komen, is het goed om eerst Zonder Titel en Neem nooit een beste vriend te lezen. Dat is ook geen straf trouwens. Dan maakte je kennis met Joshua en de mensen met wie hij zich omgaat. Zijn vriendin Lindsey en zijn vrienden Sergio en Dylan; en natuurlijk zijn zielemaatje Zivan, die wordt uitgehuwelijkt en uit zicht verdwijnt, maar in dit laatste deel een prachtige comeback maakt. De jongeren worden stuk voor stuk sterk neergezet in al hun onzekerheid, stoerheid en kwetsbaarheid. Sassens karakters zijn multidimensionaal; ze komen tot leven in hun goede en minder goede eigenschappen, en daarmee zijn het net gewone jongeren. Dat klinkt logisch, maar dat is het in de jeugdliteratuur lang niet altijd.
De jongeren in het werk van Sassen worstelen wat af. Met intimiteit, het eigen lichaam, liefde en seks, en met school en de toekomst. Dat klinkt veel zorgelijker dan het is. Want het het vrijpostig, vrijmoedig en taboeloos beschreven, veel humor. Joshua is de denker die gevangen zit in zijn gedachten. Het lukt hem maar niet uit zijn hoofd te komen. Zelfs niet tijdens het vrijen met Lindsey: “Als we samen in bed lagen, Lindsey en ik, lag ik als een soort intimiteitscoördinator op een filmset naar mezelf te kijken.” Alleen al om deze zin is dit boek de moeite waard.
Sassen schetst op een weergaloze manier een beeld van deze tijd waarin particuliere zaken maar ook de pandemie (’tijdens de eerste lockdown was ik chronisch onderspannen’), klimaatproblemen en de globalisering directe invloed op het leven van jongeren hebben. Wederom, dat klinkt zwaar en dat is het ook, maar in deze trilogie is het de vanzelfsprekendheid van het leven en daarmee vooral een gegeven.
Het meeste uit de besprekingen over de vorige delen, geldt ook voor Neem een kip. De geweldige metaforen, de geestige dialogen en de sterke innerlijke monologen, en misschien nog wel meer dan hiervoor: de gedurfde typografie en de symbiose tussen tekst en de illustraties van Martijn van der Linden. Het werkt ijzersterk, net als in het eerste deel. En dan hebben we het nog niet over de even schrijnende als hilarische glansrol van de kip gehad.

Het bijzondere in het werk van Sassen is dat de rauwheid en directheid de ontroering en verstilling niet in de weg zit. De manier waarop Joshua aan Lindsey probeert uit te leggen waar zijn blokkades zitten, zorgt voor kippenvel. ‘Hoe leg je iets uit wat je zelf nauwelijks begrijpt?’. Hij zoekt met veel gestuntel en gestotter naar woorden waarbij de leestekens letterlijk weg vallen. ‘Dat het niet aan haar lag maar aan mij dat het niet goed ging in mijn hoofd (…) dat idereen om mij heen een doel leek te hebben in zijn leven, behalve ik dat ik me steeds meer ging gedragen als de loser die ik me voelde EN DAT ER HELEMAAL NIKS AAN IS ZONDER HAAR’.
Dit is jeugdliteratuur van een zeldzaam hoog niveau. We gaan Joshua, Zivan, Lindsey en de anderen missen. Het kan niet anders dan dat de lezer mét de personages is gaan leven en eigenlijk geen afscheid van ze kan en wil nemen.