Alles is veranderd na dat feest waarop iets vreselijks is gebeurd. Waar het precies om gaat, wordt zeer langzaam duidelijk aan de hand van herinneringen van de hoofdpersoon die steeds iets concreter worden. Het lijkt alsof hij het zelf ook niet kan geloven en hoopt dat het een boze droom is. ‘Dat wat ’s nachts in mijn hoofd opduikt, is niet iets wat ik heb gedroomd. Het is een herinnering’. Op het feestje raakt een meisje volledig van de kaart en het troosten door de verteller neemt vervolgens een wending die hij niet heeft gewild. Maar het gebeurt, het is gebeurd en dat is de benauwende ondertoon van dit verhaal. Een jongen die verder gaat dan het meisje wil, veel verder. Dat is niet terug te draaien, hoe graag hij dat ook zou willen. De vriendengroep is niet op de hoogte van het drama. Het meisje laat zich nauwelijks nog zien en de jongen vertoont steeds merkwaardiger gedrag.
Na het feest beschrijft van binnenuit het enorme schuldgevoel en het verbijsterende besef van een criminele daad. Het leven gaat verder maar de jongen weet zich geen raad, hij is schuldig, en ondanks alle spijt zal hij er mee moeten leven. ‘Het is mijn schuld en daar kan ik niets mee’. Met sobere taal en een langzame opbouw blaast Hans Petter Laberg een ballon op die op knappen staat. Iedereen staat in die ballon te prikken, zijn ouders en zijn vrienden, maar hij ziet geen kans lucht te laten ontsnappen. Alleen bij zijn oma, zij is zijn enige vertrouwenspersoon maar ze heeft net een hersenbloeding gehad en is niet meer aanspreekbaar.
Er gebeurt verder weinig in dit boek waarin Laberg goed die puberale sfeer van landerigheid en verveling neerzet en ook de vriendschap tussen jongens is raak. Ze praten niet veel maar communiceren middels de bekende, ietwat aandoelijke lompheid: elkaar stompen, slaan en stoeipartijen. Vrijwel alles in Na het feest gebeurt tussen de regels door. Ook dat wat het meisje precies is overkomen. Dat onderbreekt het ritme van het verhaal enigszins. Het was beter geweest om direct te onthullen wat heeft plaatsgevonden zodat de lezer daar niet voortdurend functieloos naar moet blijven raden.
‘Dit boek werd bejubeld door de Noorse pers en kreeg het maximaal aantal sterrren’, staat er op de achterflap. Dat is een vrij loze melding die nauwelijks te controleren valt maar toch invloed heeft. Onnodig, in mijn ogen, laat al die loze opklopperij achterwege en prijs de inhoud aan. Een oproep die voor meer uitgevers geldt. Na het feest verdient wat mij betreft niet het maximaal aantal sterren maar wel alle aanbeveling. Een niet onbelangrijk boek voor de doelgroep die worstelt met seksualiteit en de grenzen daarvan. En opnieuw een staaltje van jeugdliteratuur vernuft uit de Scandinavische wereld, waar al zoveel prachtigs vandaan kwam.
Na het feest
Hans Petter Laberg
Femke Blekkingh-Muller
Gottmer