Rien Poortvliet heeft eindelijk een opvolger en ze heet Loes Riphagen. Geintje natuurlijk. Rien is Rien en Loes is heel iemand anders, maar ze delen een fascinatie voor de kleine puntmutsjes. Riphagen heeft al heel lang een voorkeur voor het tekenen van miniwezentjes, al dan niet aan de fantasie ontsproten. Insecten, heksjes en ook kabouters bevolken fijne prentenboeken als ZZZ en Dikke bromvlieg.
Merkwaardig eigenlijk dat Riphagen bij het grote publiek vooral bekend is van Coco, de vogel over wie ze wat conventionelere prentenboeken maakte. Gelukkig is ze de kabouters niet vergeten. Sterker nog, het was een langgekoesterde wens van de illustratrice om een kabouterboek te maken.
Met ‘Hoi mens!’ verwelkomt Kik (vernoemd naar zijn eerste woordje). Hij is zo groot als zes op elkaar gestapelde fruittella’s en heeft geen pink en een navel op zijn rug. Kik laat de mensen zien hoe zijn leven en dat van zijn soortgenoten eruit ziet. Kabouters wonen allang niet meer vooral in het bos, maar in de muren en onder vloeren van onze huizen. Alleen zijn opa en oma leven nog in het bos.
Kik maakt het kabouterleven inzichtelijk aan de hand van o.a. kleding, wonen, reizen, school en communicatie. We leren hoe je een puntmuts maakt en hoe met dieren te praten in gebarentaal. Alles straalt een zekere opgewektheid en ondernemingslust uit. Dat komt misschien ook omdat kabouters geen beroep hebben maar verzamelaars en knutselaars zijn. Allerlei dingen hebben een andere functie gekregen, van punaises tot knopen, paperclips en lucifers. Een walnotendopje fungeert als wiegje en een koffiekopje als badkuip. Al die details zijn een feest voor het oog en bij herlezing vallen steeds weer andere dingen op.
Zoals de vliegen en wezens uit de vorige boeken. Ze leveren terloops en schalks commentaar maar soms ook een bijdrage in het huisouden. Zo helpen kevers helpen met het schoonmaken van de luierbroekjes door de grotere stukken poep op te eten. Typische Riphagen die haar eigen stijl en idioom trouw blijft.
Bij Poortvliet waren kabouters nog echte kabouters. In het universum van Riphagen zijn ze wat menselijker. Kik is een kereltje met een mensengezicht (vooral de tandjes vallen op) en draagt sneakers. Dit zijn kabouters 2.o uit de eenentwintigste eeuw, overigens zonder dat ze de mobiele telefoon hebben ontdekt. Ondanks dat de kabouters in de buurt van mensen wonen, laat Riphagen de mensenwereld buiten beschouwing. Behalve dan dat Kik ons zijn wereld laat zien. De kabouters zijn er gewoon, we hoeven ons verder niet tot hen te verhouden, er is geen strijd of gedoe.
Het heerlijke bladerboek is niet de allesomvattende kabouterencyclopedie geworden die het ook had kunnen zijn, maar zo blijft er wat te wensen over. Het kabouterboek smaakt zeker naar meer.