‘Ferris’ van Kate DiCamillo, vertaling Annelies Jorna, Querido, 10+

Het is een terugkerende zin in het boek, die bijna smeekt om de kop boven de bespreking te zijn: ‘Elk verhaal is een liefdesverhaal’. De tienjarige Fennis leert van haar oma in een fase van haar leven waarin ze sowieso veel nieuwe opzichten opdoet. Onder andere over de cyclus van het leven en over wat mensen beweegt. Ze is een denker. Fennis voelt dat er iets belangrijks te gebeuren staat, dat steeds dichterbij komt.
Wat dat precies is, blijft zelfs na lezing van het boek een beetje ongewis. DiCamillo is een schrijfster die vaak veel in het midden laat en de personages en het verhaal het werk laat doen. Na een paar bijzondere boeken op het snijvlak van fantasie en mystiek, is Fennis weer een verhaal dat zich helemaal in de echte wereld afspeelt. Alhoewel, wat is echt als je een zusje hebt dat besloten heeft om schurk te worden en met een gestolen nijptang haar voortanden uittrekt. Zij is veruit het vreemdste personage, al liegen de oma die een geest ziet en oom Ted die na zijn scheiding in de kelder woont er ook niet om.
Er zijn nog meer bijzondere karakters die stuk voor stuk hun aandeel hebben in het overkoepelende liefdesthema-verhaal. Een juf die verdrietpantoffels draagt, een pianospelende vriend en een vader die zich zorgen maakt over een wasberenplaag in huis. Het zijn even normale als wonderlijke mensen die even normale als wonderlijke dingen zeggen en meemaken. Het leidt tot geestige en ontroerende scenes, met een prachtig slot waarin gedineerd wordt bij het kaarslicht van de kroonluchter, een grote wens van oma.
Ferris is wonderlijk en merkwaardig en liefdevol, precies de eigenschappen die het oeuvre van DiCamillo al heel lang kenmerken. Genegenheid en liefde zindert van de pagina’s en op de een of andere manier is is dat bijzonder troostrijk.