Hoogland & Van Klaveren
Een aardig spelletje bij een bundel waar meer auteurs aan meewerkten, is om te raden welk gedicht bij welke schrijver hoort. Is het een Bette Westera of een Koos Meinderts, of is het een vers van Sjoerd Kuyper of toch van Hans & Monique Hagen? De verschillen zijn subtiel maar soms wel te herkennen. Probeer het maar.
‘Soms kan ik erg verlangen/naar zelf mijn eten vangen./Naar lekker alle dagen/op pimpelmeesjes jagen.’ (Felix Domesticus)
‘Katje klauw/ ik lust je rauw / straks maak ik / gehakt van jou / ik en jij / razernij / grauwen snauwen / knokpartij’ (Poesje Wrauw)
‘Al vlieg je nog zo vlug / ik volg je vlucht: / omhoog, omlaag, /en in een boogje weer terug’ (Vliegensvlug)
‘Als ze kroelen in je vacht,/ spin dan zacht, / geven ze je vis in saus, / doe alsof je lacht,/ spring bij ze op schoot,/ ga op vlinderjacht’ (Geheimen)
Hoeveel heb je er goed? (oplossing onderaan deze recensie)
Alle gedichten in Dag Poes! hebben twee dingen gemeen. Ze gaan over poezen en allerlei zaken die met het kattenleven te maken hebben. En er hoort een grote Mies van Hout-illustratie bij. Typische Van Hout-prenten natuurlijk met snelle dynamische vegen en felle kleuren en vaak zijn er een paar basisvormen in verwerkt. Van Hout is er goed in die typische katteblik te raken. Loom en lui, tevreden spinnend, wachtend om toe te slaan, een beetje hautain en uit de hoogte of gewoon slapend. Natuurlijk kijken katten alleen zo op tekeningen en toch doet het levensecht aan. Die treurige blik als het regent buiten of dat verleidelijke en hunkerende kijken: streel me.
Er staan mooie, compacte verzen bij die niet al te veel in vorm verschillen waardoor de bundel een eenheid vormt. Uit zo’n bundel is er altijd één gedicht dat net iets meer bevalt, in dit geval Poezebeest van Koos Meinderts. Over de schichtige kat die overal bang voor is, al zeven kattenlevens lang. ‘Voor de tuinslag in het gras/ en voor tanden in een glas/ voor de muizen in hun holletje, / nee, het leven is geen lolletje’. Maar wat vreest ie het allermeest?
Twintig karakteristieke portretten en fijne poezenpoëzie, je moet wel een enorme poezenhater zijn om dit niet te kunnen waarderen.
Uitgeverij Lemniscaat viert het gegeven dat Mies van Hout inmiddels 100 boeken heeft gemaakt met de uitgave van Kiekeboe, een drietal flapboeken over vormen. Bij het openslaan zie je eerst de basale vormen (vierkant, rond en driehoek) in verschillende afmetingen en figuren. Achter de flappen houden zich dieren en wezens schuil die in deze vormen passen. Ook dit is Mies van Hout in al haar glorie, met speelsheid en raffinement laat ze peuters kennismaken met basale vormen en kleuren.
oplossing:
Felix Domesticus – Bette Westera
Poesje Wrauw – Hans en Monique Hagen
Vliegensvlug – Koos Mienderts
Geheimen – Sjoerd Kuyper