Volt
‘Jullie zeggen toch altijd dat doorzetten belangrijk is? Nou dan. Ik wil een keer doorzetten.’ De ouders van Zwaan moeten even wennen aan het idee dat hun dochter een jaar in een tent in de tuin wil doorbrengen. Een weekje is misschien nog te doen maar een heel jaar? Haar vader doet eerst nog schamper over de çhallenge die meester Sinan uitschrijft. ‘Vroeger heette dat een heitje voor een karweitje’. Maar de leerkracht doelt op dingen die de kinderen anders niet zo gauw zouden doen en waar ze misschien juist wel bang voor zijn.
Zwaan heeft behoorlijk wat angsten die ze wil overwinnen, ze is bang in het donker en slaat dwangmatig de zwarte zebrastrepen over. Ze gaat de uitdaging aan als ze een foto van twee Syrische broertjes in een tentenkamp ziet en besluit geld in te zamelen voor vluchtelingen door een jaar in een tent te gaan slapen. Het is meteen ook de titel en de opbouw van het kinderboek van Tiny Fisscher, die de laatste jaren vooral bewerkingen schreef maar met o.a. Clara en vooral Dat stomme boek bewees ook zelf over een vaardige pen te beschikken. In Mijn jaar met een tent haalt ze de handrem er af en vertelt een vlot en meanderend verhaal over maatschappelijke en psychologische thema’s. Zwaan gaat het gevecht met haar angsten aan maar ook haar ouders en anderen worden geconfronteerd met hun denkbeelden en zichzelf.
Het valt niet altijd mee in die tent. Met slecht weer en met onheilspellende geluiden, en als haar vader een nachtje bij haar logeert tijdens een storm gaat het helemaal mis. Een nieuwsgierige jongen die bij de buren logeert, brengt de nodige vrolijkheid in het kampeeravontuur waar de familie van een klasgenote juist ellendige spanning veroorzaakt. Fisscher schrijft elastisch, vooral in de dialogen, en laat een reeks aan onderwerpen voorbij komen. Gezinssituaties, prille verliefdheid, vriendschap en loyaliteit maar ook het overwinnen van trauma’s en angsten en de grenzen. Zwaans avontuur krijgt steeds meer bekendheid en navolging maar Fisscher waakt er gelukkig voor om dat niet tot hoofdlijn te maken.
Uiteindelijk gaat het over Zwaan zelf, met haar neuroses die deels te zijn herleiden naar een akelige gebeurtenis tijdens een vakantie in het buitenland. Ze zet door en mag zichzelf eindelijk dapper noemen. Dat wordt nogal nadrukkelijk benoemd, net zoals emoties en andere zaken te vaak worden verklaard waar dat uit de context al duidelijk wordt. Fisscher zou daar het verhaal meer zijn werk kunnen laten doen. Een onvermijdelijke maar daardoor voorspelbare ontmoeting tegen het einde haalt ook nog wat van de kracht weg.
Jammer, want Fisscher beschrijft echte mensen en relevante gebeurtenissen, die ze lekker ver doorvoert, zoals dat in fictie mag. Zwaan is een hoofdpersoon in wie kinderen zich moeiteloos kunnen verplaatsen en vooral dat is de kracht van het empathische en frisse Mijn jaar in een tent.