close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur

Maak van kinderboekenjurering geen populariteitspoll

De kinderboekenrecensent van de Volkskrant, Pjotr van Lenteren, zet zichzelf graag neer als enfant terrible. In een stuk op zijn blog becommentarieert hij, niet voor het eerst, de manier waarop de jeugdboekenprijzen in ons land worden verdeeld. Binnen een etmaal haalde hij de scherpste kantjes van zijn betoog af. Aanvankelijk 'rekende hij af' met kinderboekenjury's wat hij nuanceerde in 'ik heb een beter idee voor kinderboekenjury's'. Intrigerender was de zin 'Ik ga nog liever dood dan dat ik plaatsneem in een kinderboekenjury', maar ook die werd al snel geschrapt en verzacht tot: 'Ik hoef niet zo nodig in een kinderboekenjury'.

Toen ik voor het eerst voor een kinderboekenjury werd gevraagd, wilde ik helemaal niet liever dood. Ik was vereerd en nieuwsgierig hoe het er aan toe zou gaan. Inmiddels heb ik er wat ervaring mee en kan ik vertellen dat het een fascinerend proces is. Er worden heel veel boeken gelezen door de jury en de discussies verlopen in termijnen waarbij er steeds minder kanshebbers overblijven en de selectie en keuze spannender en minder gemakkelijk wordt. De jury is het vaak snel eens over welke boeken minder geslaagd zijn maar bij de boeken die overblijven, wordt de discussie op het scherpst van de snede gevoerd. Van Lenteren wil dat die discussie openbaar wordt. zodat er transparantie ontstaat. Ik vraag me af wat dat oplevert.

Een jurysysteem is per definitie subjectief en kent vooral  nadelen. Of het nou om boekenprijzen of turnen of een bloemencorso gaat, vrijwel altijd worden er appels en peren vergeleken en speelt persoonlijke voorkeur en smaak een grote rol. In de Woutertje Pieterse jury ontspon zich een langdurige en uitgebreide discussie over verschillende aspecten. Hoe verhoudt het experiment en de artisticiteit zich tot een goed leeesbaar verhaal bijvoorbeeld. Er wordt uitgebreid verslag van gedaan in het juryrapport, als je dat tenminste wilt lezen. Er staat in zo'n juryrapport inderdaad niet precies te lezen welk jurylid voor welk boek pleitte en wie er huilend in een hoekje zat of juichend opsprong omdat zijn of haar favoriet het redde. Van Lenteren pleit voor dat soort transparantie maar het is mij onduidelijk wat dat nou precies zou opleveren. Er wordt in jury's op basis van argumenten gediscussieerd, is mijn ervaring tot nu toe. Het gebeurt alleen niet in het openbaar of met een webcam erbij. Dat heet dan achterkamertjespolitiek, volgens Van Lenteren, en elitair. 

Van Lenteren maakt een vergelijking met programma's als Idols en The Voice waar juryleden in het openbaar hun mening geven en zich openlijk scharen achter een kandidaat. Die juryleden zouden daarmee verantwoordelijkheid nemen. Dat is een boude bewering want in deze programma's gaat het helemaal niet om kwaliteit en eigenzinnigheid maar om degene die het meeste kans maakt op commercieel succes. Middle of the road en de eenheidsworst regeert en er wordt er alles aan gedaan om in de smaak bij het publiek te vallen. Ben je in de voorronde nog een eigenzinnige rockartiest, al snel word je omgevormd tot een brave muzikant die liedjes van John Mayer en Simon and Garfunkel staat te zingen. De juryleden zijn duurbetaalde artiesten die geen enkel risico lopen met de zogenaamde verantwoordelijkheid die zij nemen? Ik voel in mijn jurywerk ook een grote verantwoordelijkheid en ben daar ook heel goed op aanspreekbaar.  

Moeten we die kant ook op bij de jurering van kinderboeken? Het zal wat meer spektakel opleveren maar wat is er verder het voordeel van zo'n populariteitspoll? Dat het niet in de achterkamertjes plaats vindt, die Van Lenteren zo verafschuwt. Alsof zich daar schimmige praktijken voltrekken. Niet mijn ervaing. Van mij mogen de juryvergaderingen ook openbaar zijn, maar of dat nou een enorme verbetering is en zo prettig voor alle kinderboekenmakers? Ik ben geen voorstander van het adopteren van een boek om daar vervolgens op een campagne-achtige manier voor te gaan strijden, zoals Van Lenteren voorstelt. De winst van veel huidige jury's is dat de juryleden heel veel boeken lezen, en ook in het verleden al veel boeken hebben gelezen. Ze hebben vergelijkingsmateriaal, zijn op de hoogte van stromingen, trends en tendenzen. Je kan kritisch zijn op de samenstelling van de jury, bijvoorbeeld op het feit dat daar geen kinderen in zitten. Maar een kind vragen 120 boeken te gaan en daar een afgewogen en genuanceerd oordeel over te vellen, lijkt geen redelijke vraag.  

Is er een nijpend probleem met de kinderboekenprijzen, zoals Van Lenteren stelt? Ik denk zelf van niet en het wordt ook zeker niet duidelijk uit zijn betoog. Het is een gegeven dat er veel prijzen zijn en dat alle soorten schrijvers in aanmerking komen voor één van die bekroningen. Kinderen bekronen boeken in de kinderjury en andere jury's bekronen weer andere boeken. De differentatie is groot en dat moet vooral zo blijven. Nog meer prijzen lijken niet echt iets toe te voegen. Het The Voice achtige voorstel zou wel eens kunnen leiden tot een hoger middle of the road gehalte en daar moesten we maar niet naar toe. Het bekronen van kinderboeken moet geen populariteitspoll worden, maar moet blijven gaan over kwaliteit. Ik denk dat dit redelijk is gewaarborgd in de huidige jurysystemen. Iedere vorm van jurering heeft een kern van ondoorzichtigheid en oneerlijkheid in zich en het zal altijd een kwestie van appels en peren blijven. Wie problemen heeft met jurering moet maar misschien consequent in zijn en inderdaad 'liever dood gaan' dan iets met een jury te maken willen hebben. Want iedere vorm van jurering heeft een oneerlijk uitgangspunt, ook de vorm die Van Lenteren voorstaat.

Laten we maar lekker blijven leven en vooral lezen blij zijn met al die mooie en minder mooie boeken die er bloeien in de kinderboekentuin.  

Lees ook de opinie van Ted van Lieshout over dit issue.

Plaatje: