Luitingh-Sijthoff
Aimée Warmerdam
Piers Torday schreef eerder een trilogie over een jongen die bevriend raakt met pratende dieren (twee delen zijn op JaapLeest besproken: De laatste wilde dieren en Dieren van het duister). Aanvankelijk lijkt hij het in zijn nieuwe boek over een heel andere boeg te gooien. Een moeder vertrekt met haar drie kinderen door een sneeuwstorm naar opa en oma om daar de kerstdagen door te brengen. De auto slaat over de kop en vanaf dat moment is de lezer terug in Torday’s vertrouwde sprookjesachtige wereld, die we kennen uit zijn vorige serie.
De middelste zoon heet Muis en wordt uit de auto geslingerd en belandt in een magisch universum met ridders, draken en tovenaars. Hij zit in een verhaal dat veel dwarsverbanden kent met zijn speelgoed en de computerspelen waaraan hij verslingerd is. Zijn speelgoedpaard geeft aan dat dit het spannendste verhaal is dat hij ooit mee zal maken. ‘Dit is een verhaal over de zoektocht van een dappere held’. Hij gaat het gevecht aan en stijgt boven zijn angsten uit. Moeilijk te duiden wat er aan de hand is: is Muis dood, zit hij een soort bevroren dagdroom of wordt hier een parallel sprookje verteld?
Ondertussen probeert zijn oudere zus wanhopig uit het wrak te komen en moeder en jongste zusje in leven te houden. Ook zij gebruikt de fantasie van haar helden door zich steeds af te vragen wat zij zouden doen in deze situatie. Ondertussen is er door hulptroepen een zoektocht in gang gezet en lijkt een goede uitkomst in zicht. Maar zien we Muis ook nog terug?
Piers Torday speelt op een vernuftige manier een spel met verbeelding waarin hij ver gaat en het nodige van de lezer vraagt. De fantasiewereld rond Muis is nogal gedetailleerd uitgewerkt en soms moeilijk te volgen. Torday doet, net als in zijn vorige boek, te weinig moeite om identificatie met de hoofdpersonen goed mogelijk te maken. Daardoor wint een sprookje aan een kracht.
Nu reis je wat meer op afstand mee met Muis in zijn magische flirt met de dood. Het elfjarige jongetje blijft in zijn robotpyjama en op rubberlaarzen in de ijzige kou zoeken naar het kasteel, het huis van zijn opa en oma.
Er was eens een kasteel is een surrealistisch kerstsprookje mét diepgang. Want wat is de dood meer dan verbeelding, laat de auteur Muis zich afvragen. ‘Als je echt dood bent, dan kun je je niet herinneren wat er is gebeurd, en je kunt het ook aan niemand meer vertellen’. Dus het je verbeelden is eigenlijk het enige wat je kunt doen? Zelfs als je aan het eind echt doodgaat.