‘De wonderbenen van Umberto’ van Ton Oosterhuis. Illustraties: Peter van Straaten. Uitgeverij De Kring, 8+
Dit mag best vaker gebeuren: een uitgever die een enthousiast artikel leest over een vergeten kinderboek en besluit het opnieuw te gaan uitgeven. In voetbaltijdschrift ‘Hard Gras’ stak schrijver-theatermaker en oud-voetballer Rory de Groot de loftrompet over De wonderbenen van Umberto, een van de lievelingsboeken uit zijn jeugd. Het werd in 1965 geschreven door Ton Oosterhuis, die in 2017 overleed en nog een paar kinderboeken op zijn naam heeft. Het viel niet erg op, al won het in 1966 de prijs van de Rotterdamse kinderjury. Uitgeverij De Kring zag er brood in en zorgde voor een heruitgave met wat tekstaanpassingen en verklarende voetnoten, en gebruikte de originele illustraties van Peter van Straaten.
Zo lezen we nu bijna zestig jaar later opnieuw over een voetbaltalentje uit Zuid-Italië dat opvalt bij zijn plaatselijke club. Umberto groeit op in armoede, heeft een zusje dat is verlamd door een ziekte en vindt in het eerste hoofdstuk een hond die zijn metgezel wordt in de onvermoede turbulente tijd die hem te wachten staat. Er gloort hoop op genezing voor zijn zieke zusje, maar daar is veel geld voor nodig. Haar dokter is ook voorzitter van de plaatselijke voetbalclub bedenkt dat een transfer van haar broertje wel eens de oplossing kan zijn. Hij zoekt contact met profclub Torino, maar dat is buiten de maffia gerekend die een stokje voor het avontuur probeert te steken.
Het leidt tot een heerlijk beschreven, echt ‘jongensboek’avontuur met bedreigingen en een heuse ontvoering. Umberto is het tegenovergestelde van de egocentrische voetballer die voor geld en succes gaat, hij wil vooral zijn zusje helpen. Geloofwaardig of niet, je kunt niet anders dan van hem gaan houden. De sfeer van Zuidelijk Italië voelt trefzeker aan en de schaarse voetbalscenes zijn een genot om te lezen en hebben de goede afloop waar de lezer op wacht.
Ondanks de aanpassingen blijft het een ouderwets en nostalgisch verhaal met een zeker ‘bromsnor-gehalte’, als het gaat over ‘op klaarlichte dag’ en ‘wat zal hij in zijn schild voeren’. Maar dat kan ook onderdeel van de leesvreugde zijn. De voetnoten zijn soms bijna hilarisch en doen wat overbodig aan. Kinderen weten echt wel dat er vroeg op een andere manier getelefoneerd werd. Voor de liefhebber zijn de schetsmatige prenten van de toen nog beginnende Peter van Straaten een genot, ze dragen in ieder geval bij aan de nostalgie.
De wonderbenen van Umberto is zeker niet het pareltje dat we niet mochten missen maar wel heel fijn dat dit boek aan de vergetelheid is ontrukt. Meer van dit graag!
Luister ook naar een gesprek met Rory de Groot over dit boek in De Taalstaat.