Gottmer
Een krokodil met een schilderij van een krokodil in zijn bek. Daarmee begint De verhuisdieren van Pieter van den Heuvel, nieuwkomer in kinderboekenwereld. De dieren gaan verhuizen en ze nemen al hun spullen mee. In een lange stoet kuieren ze gemoedelijk achter elkaar aan. Bijna ieder draagt iets, een eethoek, een paar brillen, een auto of zelfs problemen. Er hangt wel iets van dreiging in de lucht: op een paar pagina’s staat een grote groene poot of een stukje staart.
Het boek heeft de vorm van een leporello, een uitvouwboek dus, in dit geval vormt de stoet in totale lengte vier meter. In sommige gevallen is zo’n vorm leuk bedacht maar niet erg doelmatig of logisch en vooral een kunstje. Bovendien wil het opvouwen nog wel eens tegenvallen en zit je voor je het weet met een verfrommeld boek. Hier is het knap opgelost met een rood leeslint dat de boel op zijn plek houdt. Het boek is bladzijde voor bladzijde te lezen als een gewoon prentenboek en daarna helemaal uit te klappen. Dan ligt de hele stoet op de grond en dat is kunstig gedaan. Hulde voor uitgeverij Gottmer, die wederom kosten noch moeite bespaart om een boek zo goed mogelijk uit te geven, ook als het om een debutant gaat.
De dieren sjokken keurig achter elkaar aan, , en zijn een beetje laidback getekend, alsof het van hen zelf niet zo nodig hoefde, zo’n verhuizing. De achtergrond is een straat met het relief van huizen, die op de achterkant terugkomen. Sommige details vallen pas bij herhaald lezen op, al die mieren die hun blaadjes verhuizen bijvoorbeeld. Of dat de pinguïn achter het stuur van de auto op de rug van de neushoorn zit.
De tekst is sober maar raak en doeltreffend met een bijna ongemerkte rijm in een prettig lijntje boven de tekeningen geplaatst. Het slot is geestig en ontregelend en past perfect bij het droogkomische karakter van De verhuisdieren. Een feestje dit boek, en Pieter van den Heuvel is vooralsnog de ontdekking van dit jaar.