close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur
8+

Een buitengewone plek – De boom die een wereld was van Yorick Goldewijk en Jeska Verstegen

‘De boom die een wereld was’ van Yorick Goldewijk, illustraties: Jeska Verstegen, uitgeverij Ploegsma, 8+

Ze zijn klaar met de sleur en verlangen naar een groots en meeslepend leven. Of ze willen gewoon wel eens wat anders. De beer heeft geen zin om de winterslaap te beëindigen: weer een half jaar schuren langs boomschors, weer een half jaar een onstilbare honger proberen te stillen. Dus draait hij zich om voor een lenteslaap.

Gouden Griffel-winnaar Yorick Goldewijk (Films die nergens draaien) verrast na zijn toekomstroman Duizend & ik met een verhalenbundel over dieren en komt binnenkort nog met een kinderboek dat aanhaakt bij de Maand voor de Filosofie. Een auteur die verschillende vormen uitprobeert en op zoek is naar een eigen stem, dat valt alleen maar te prijzen. Zelfs als het eens wat minder uitpakt, maar dat is in De boom die een wereld was niet het geval. Het is een knap geconstrueerde bundel met een eigenwijs soort samenhang, die als knipoog naar het werk van bijvoorbeeld Toon Tellegen en Bibi Dumon Tak kan worden gezien. Een beginzin als “De bonte boomeekhoorn bleef bij hoog en bij laag beweren dat kabouters wel degelijk bestonden”, zou zo uit hun oeuvre kunnen komen. Het is trouwens het enige verhaal waarin mensen een rol spelen.

Het boek begint met een verhaal over een boom als een wereld vol leven. “Maar soms zat het zo goed verstopt dat je het niet vond, hoe goed je ook zocht.” Goldewijk vat het leven samen in bondige verhalen waarin dieren in kort bestek iets van hun karakter en wensen prijsgeven. De kruisspin die eigenlijk geen vliegjes meer wil eten, de wijze steenuil die zichzelf niet zo slim vindt, de snoek die smoorverliefd is op de enige andere snoek in de vijver. Een van de hoogtepunten is het verhaal over de maanvlinderrups die zich niet wil ontpoppen, ondanks dat ze ziet hoe mooi haar vriendinnen worden. Meer, mooier en verder, maar wat is dat eigenlijk en is dat nodig. ‘Gewoon, zo, dat was wat ze wilde.’ Toch gaat het knagen want ze krijgt ontzettende honger naar meer, naar verder. Maar ze houdt zich in en is uiteindelijk heel tevreden dat ze maanvlinderrups is geweest.

Het bulkt van de symboliek en metaforen voor het gewone leven, maar Goldewijk trapt niet in de valkuil dat te zwaar aan te zetten. Daardoor blijft het prettige en lichte speelsheid houden, mede door de terloopse samenhang. Af en toe duikt een dier op in een verhaal over een ander dier, de glanzende houtmier wordt opgegeten door een boerenzwaluw in beide verhalen. Het effect is dat je denkt: verrek, zo gaat dit echt op deze buitengewone plek in en rond de boom.

De illustraties van Jeska Verstegen zijn realistisch en sfeervol. Soms geestig, zoals de volgevreten bladluis Betsie aan een enorme eettafel. Soms een tikje surrealistisch (het mensje bij de bonte boomeekhoorn) of kunstzinnig (de boerenzwaluw die niet zo weet wat hij zoekt). Ze voegt iets heel eigens toe aan deze bijzondere bundel die authentiek aanvoelt, ondanks dat er tal van dierenbundels zijn verschenen. Maar daarin lazen we nooit over de eendagsvlieg die zich iets herinnerde als de dag van gisteren.

Tags : bomenDieren en natuurillustratiesKinderboekverhalenVoorleesboek