De tekenstijl in Meneer G. doet erg denken aan die van cartoonisten uit de jaren zestig en zeventig. Lijnen met veel krullen en kordate figuurtjes met bolhoedjes op en grote oogbollen. Grappig maar inmiddels wel erg oubollig. Het is dan ook verrassend dat het CPNB dit boekje op de lijst van kerntitels voor de komende boekenweek in oktober heeft gezet. Het thema is dit jaar ‘beeldtaal in kinderboeken.’ Het is raadselachtig waarom juist deze ouderwetse beeldtaal onder de aandacht zou moeten worden gebracht.
Het is wel een aardig boekje, over een mannetje dat in een dorpje in een droge woestijn woont waar weinig gebeurt. Meneer G. plant letterlijk een zaadje dat gaat groeien bloeien en de boel in beweging zet. En dan is het ook weer afgelopen met dit ultrakorte fabeltje. Leg je niet neer bij voldongen feiten maar spreek je creativiteit aan, zoals Meneer G., grote kans dat er iets moois ontstaat. Een heldere boodschap maar ja, die tekeningen. Een kwestie van smaak misschien, maar toch ook van ontwikkeling. Vooral bij de mensjes slaat de tekenaar de plan mis; de vogels zijn nog wel grappig. Er worden erg veel orginelere en betere prentenboeken uitgebracht. Misschien maakt het CPNB nog duidelijk waarom dit boekje volgens haar een groot publiek verdient.
Meneer G.
Gustave Roldán
Piet de Bakker