Lemniscaat
Lydia Meeder en Barbara Zuurbier
Het verhaal begint op het politiebureau waar Felix aan een aardige politieagente zijn relaas over de afgelopen vier maanden doet. Adres onbekend is een lange flashback naar die periode waarin Felix met zijn moeder Astrid in een busje (de Westfalia) bivakkeerde. Het is maar voor een paar maanden, herhaalt Astrid. Maar Felix kent haar arsenaal aan leugens en weet dat dit niet de ultieme zomervakantie vol vrijheid en avontuur gaat zijn.
Na Wij zijn allemaal moleculen, Optimisme is dodelijk, Woordnerd en Het ongemakkelijke dagboek van Henry K. Larsen is Adres onbekend het vijfde jeugdboek van de Canadese schrijfster Susin Nielsen dat in Nederlandse vertaling verschijnt. Ze is inmiddels zo’n schrijfster van wie je uitkijkt naar een nieuw boek. Omdat ze onderhoudend en inhoudelijk sterk zijn, geweldige personages bevatten die je niet loslaten, en die prettige combinatie bezitten van ironie, humor en oprechtheid.
Dit alles geldt zeker voor Adres onbekend waarin de onverwoestbare band tussen een alleenstaande moeder en haar zoon zwaar onder druk komt te staan. Het tweetal is in het busje belandt na een ongelukkige reeks incidenten waarbij Astrid haar baan kwijt raakte. Haar labiele karakter (je bent als lezer geneigd te denken dat ze een bipolaire stoornis heeft) brengt veel wispelturigheid met zich mee. Ze vergt het uiterste van haar zoon door van hem te eisen hun verblijf in het busje geheim te houden omdat ze als de dood is voor de kinderbescherming.
Adres onbekend staat vol absurde en geestige details en zijpaden; van poltergeisten, de gerbil Horatio en Mel de dashboardkabouter, aan wie Felix af en toe eten geeft om hem gunstig te stemmen. Dat leest geweldig en geeft het op zich droevige verhaal lichtvoetigheid mee. Het is de verdienste van Nielsen dat ze nooit doorslaat in ongein en van de personages en het verhaal dus geen karikatuur maakt. Integendeel, de karakters zijn levensecht en hun relaties oprecht en Nielsen brengt alles en iedereen bij elkaar in een geloofwaardig verhaal, net als in vrijwel al haar vorige boeken.
Felix is gedwongen zijn vrienden voor de gek te houden en de schaamte en vernedering vallen hem zwaar. Zeker als een vriendin een schoolkrantverhaal over een dakloze schrijft dat wel erg dicht bij zijn eigen leven komt. ‘Het kan iederéén overkomen’, zegt deze man en Felix realiseert zich plotseling dat hij eigenlijk ook in zo’n situatie zit. Ze hebben nauwelijks te eten en zijn moeder moet kiezen of ze de mobiele telefoonrekening betaalt of anti-depressiva bij de apotheek haalt.
Hij wil zijn moeder niet afvallen maar realiseert zich wel steeds meer dat zij het is die hem in deze situatie heeft gebracht. Zoals veel kinderen voelt hij zich verantwoordelijk en denkt door een tv-quiz de situatie te kunnen omdraaien. Het levert een even geestig als indringend slot op waarin Felix meedoet aan de juniorversie van ‘Who, What, Where, When’ waarin zijn oneindige feitenkennis van pas komt.
Adres onbekend gaat over de onbeholpenheid en onmacht van volwassenen in de opvoeding en de loyaliteit van kinderen aan hun ouders. Na een ontmoeting met zijn vader, een homoseksuele spermadonor, denkt Felix: ‘Ze waren geweldige mensen maar geen geweldige ouders’. Er is geen tekort aan moederliefde maar dat is niet altijd voldoende om kinderen een veilige basis te geven.
En oh ja, ik wil dat er echt een koffieshop komt die ‘Bean there, Donut that’ heet.