close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur

JaapLeest Jaaroverzicht 2015

Alweer een jeugdboekenjaar voorbij en dus tijd voor het inmiddels traditionele JaapLeest Jaaroverzicht met een overzicht van veel hoogtepunten, wat minder dieptepunten en opvallende zaken. De opvallers, afwijkers, blijmakers, teleurstellers, trendsetters en nog veel meer.

Het gaat voor het grootste deel over 2015 maar dat is niet in beton gegoten. Ik neem de gepubliceerde recensies op JaapLeest in 2015 als uitgangspunt. Na de kerst tot en met de eerste week van het nieuwe jaar plaats ik 'tussen wal en schip'-besprekingen van boeken die het afgelopen jaar op de grote stapel bleven liggen..

Het was opnieuw een jaar met stijgende bezoekersaantallen en vooral veel respons, en dat laatste is misschien nog wel belangrijker. Blijf reageren (via facebook of mail). Volgend jaar hoop ik een aantal veranderingen en vernieuwingen door te voeren, daarover te zijner tijd meer. Voor nu, veel plezier met het overzicht, fijne feestdagen en tot in 2016. x Jaap 

Wat was het voor jeugdboekenjaar?

Een gemiddeld jaar is de wat saaie maar wel meest treffende samenvatting. Weinig tot geen grote of schokkende gebeurtenissen of ophef. Dus kan ik me concentreren op de boeken, want daar gaat het tenslotte om. Ik besprak meer dan 140 kinder-prenten-jeugdboeken in 2015 en wat vooral opvalt is het grote aantal goede Nederlandse jeugdboeken. Zeven maal gaf ik het cijfer 9, waarvan maar liefst zes keer aan een Nederlands boek.  

Wat waren de beste Nederlandse jeugdboeken van 2015?

Geen uitgesproken uitschieter waarbij de andere boeken in de schaduw staan (zoals in 2014 met Doodgewoon). Dat belooft een spannende en misschien verrassende verdeling van de belangrijke jeugdboekenprijzen. 

Mijn top 5 voor dit jaar.

5. Kunst met taart van Thé Tjong Khing – Het beste van de drie taartboeken van Tjong Khing, de kunstverwijzingen zijn een grote meerwaarde. Hij maakte dit jaar nog een prachtig prentenboek dat is geïnspireerd op het werk van Jeroen Bosch.

4. Speeltuin van Mies van Hout – Een energieke en kleurrijke tocht door allerlei werelden naar de speeltuin in gezelschap van een toenemend aantal dieren. Niet eerder was het prentenboek voor de kinderboekenweek zo geslaagd.

3. Gips van Anna Woltz – Eén dag in een ziekenhuis waarop meer gebeurt dan een normaal kind in een maand of misschien wel in een jaar meemaakt. De zich snel ontwikkelende Woltz gebruikt de medische zorg op een geloofwaardige manier als metafoor voor het oplappen van een huwelijk. 

2. Het wonder van jou en je biljoenen bewoners van Jan Paul Schutten en Floor Rieder – Nog beter dan Het raadsel van alles wat leeft, vanwege de compactere benadering van het onderwerp. Na het lezen weet je veel meer over je eigen lichaam, en heb je ook nog vaak gelachen.

1.  De zee zien van Koos Meinderts – Schitterende kleine vertelling over een vriendschap die eindigt als Jan van een schoorsteenpijp valt. Een herinnering die meegedragen wordt en nog eens verteld móést worden. Koos Meinderts overtreft zichzelf en schreef wat mij betreft het mooiste Nederlandse jeugdboek van 2015.

Wie zijn de runners up?

De omnibus (De Groene Bloem) van Floortje Zwigtman kreeg ook een 9, een prachtige heruitgave met zinvolle aavnullingen.

Deze karaktervolle jeugdromans mogen niet onvermeld blijven. Suikerspin van Derk Visser (verdient een veel groter publiek, wanneer breekt hij nou eens echt door?), Hotel Bonbien van Enne Koens (Guus Kuijer lijkt een opvolgster te hebben) en Groter dan de lucht, erger dan de zon van Daan Remmerts de Vries (gedurfd verhaal over een jongen die stemmen hoort). 

Wat waren de beste, vertaalde boeken?

1. Ik geef je de zon van Jandy Nelson –  Kreeg de zevende 9 en ik was en ben en er lyrisch over. Een duizelingwekkende leeservaring rond de tweeling Noah en Jude, over kunst, rouw, liefde en pijn. Mijn juichende recensie schopte het tot het 'buikbandje' van de volgende druk.

2. Eleonar en Park van Rainbow Rowell – Uitgepuurd liefdesverhaal over twee buitenbeentjes en ogenschijnlijke tegenpolen die niet met en niet zonder elkaar kunnen. Boeiend vanaf de eerste ontmoeting in de schoolbus tot en met het compromisloze einde. 

3. Brendon Chase van B.B. – Heruitgave van een klassieker, bekend van de tv-serie uit de jaren zeventig. Tijdloos verhaal over drie jongens die weglopen en in het bos weten te overleven.

Hoe was de rest van de cijferverdeling op JaapLeest?

Het meest voorkomende cijfer is een 7,5 (43), gevolgd door een 8 (38) en een 7 (18). Ik gaf elf keer een 6,5 en vijfmaal een 6. Daaronder één keer een 5,5 en één 5 en lager ging het niet dit jaar. Dat heeft er ook mee te maken dat ik de lat voor een bespreking wat hoger heb gelegd.

Welke prentenboeken sprongen er verder uit?

Heel veel boeken, naast de genoemde boeken van Mies van Hout en Thé Tjong Khing. Een sterk prentenboekenjaar met veel Nederlandse makers (o.a. Martijn van der Linden, Fleur van der Weel en Marije Tolman) die zich sterk ontwikkelen maar ook mooi werk van gevestigde makers als Ingrid en Dieter Schubert en Imme Dros en Harrie Geelen. Het beste uit België: Garage Gust van Leo Timmers over een hulpvaardige garagehouder; het beste uit de rest van de wereld: Tot hier en niet verder van een Portugees duo, dat op een verbluffende manier aansluit bij de discussie over de grenspolitiek. 

Natuurlijk ook weer een aantal prentenboeken in samenwerking met musea waarvan De bevrijding van het Stedelijk van K. Schippers en Daan Remmerts de Vries het opvallendste is. 

Nog opvallende gedichtenbundels dit jaar?

Een mager poëziejaar, dat begint wel echt een zorgenkindje te worden. Slechts twee noemenswaardige bundels die dan meteen wel weer erg goed zijn, ook omdat ze zo fraai zijn uitgegeven. Nooit denk ik aan niets van Hans en Monique Hagen met tekeningen van Charlotte Dematons: lichtvoetig en toegankelijk zonder de grote thema's te negeren. Ook heel bijzonder is Het schrijvertje waarin de dichtbundels die Ted van Lieshout samen met Sieb Posthuma maakte, zijn gebundeld. Met een ontroerend In Memoriam gedicht (Het tekenaartje) voor de overleden illustrator.

Was het een behoorlijk non-fictie jaar?

Me dunkt, dat is dan weer het goede nieuws, het heeft natuurlijk voor een groot deel met het thema van de kinderboekenweek te maken. dat is wel eens anders geweest. Een hele reeks boeken over uitvindingen en wetenschap. Van wisselende kwaliteit, dat wel, maar Jan Paul Schutten en Bibi Dumon Tak hebben eindelijk wat meer serieuze 'concullega's' al liet de eerste dat niet op zich zitten en kwam op de valreep met het beste non-fictie boek van het jaar. Een aangename verrassing was mij betreft Een aap op de wc van Joukje Akveld, over Diergaarde Blijdorp tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Wie waren de grote prijswinnaars van 2015?

Bette Westera en Bette Westera!! Ze won beide grote jeugdboekenprijzen (de Woutertje Pieterse Prijs en de Gouden Griffel) met Doodgewoon, haar magistrale gedichten rond de dood. Daar is weinig op af te dingen natuurlijk maar gevoelsmatig doet het meer recht aan de breedte van het jeugdboek als de prijzen worden verdeeld. Gelukkig kreeg Anna Woltz de Nienke van Hichtumprijs en Gideon Samson een Gouden Lijst. En er was de prachtige bekroning voor het oeuvre van Martha Heesen in de vorm van de Theo Thijssenprijs. 

Nog meer te melden over de prijzen?

De Woutertje Pieterse Prijs moest op zoek naar een nieuwe sponsor en dat werd verrassend de Bruna. De uitreiking op de Middag van het Kinderboek was geen onverdeeld succes en krijgt volgend jaar dan ook geen vervolg. De Vlaamse Boekenleeuw is ook op zoek naar nieuwe geldschieters en heeft nog geen definitief groen licht voor het komende jaar gegeven.

Opvallende debutanten?

De meest succesvolle was zonder twijfel Jochem Myjer met De Gorgels die maandenlang hoog in de bestsellerlijst stond. Hij kondigde al min of meer een vervolg aan van dit best aardige fantasie boek. Ook niet onopgemerkt bleef De bende van Lijp Kot; Wim Bos schreef een coherent historisch jeugdboek over zijn woonplaats Amsterdam. Een paar auteurs maakten een geslaagde doorstart bij een andere uitgeverij (Alyze Bos en Marleen Nelen bij Querido). 

Boeken waar het gewoon niet mee lukte?

Isabel Hoving. Ik ben twee keer in de dystopische toekomstroman De een na laatste dood van het meisje Capone begonnen om op de helft af te haken omdat ik de draad volledig kwijt raakte. Misschien ligt dat aan mezelf: fantasy en science ficton behoren niet tot mijn favoriete genres maar dat mag geen reden zijn. Ik besloot het boek niet te recenseren en was verrast door de lovende bespreking (5 sterren) in de Volkskrant en de aanprijzing van o.a. Edward van de Vendel. Jurgen Peeters brandde het boek dan weer volledig af op Tzum. Blijkbaar een boek dat nogal extreme reacties oproept.

Teleurstelling en tegenvallers?

Alles is relatief natuurlijk, maar de nieuwe boeken van de beloftevolle Nederlandse auteurs Emiel de Wild en Pieter Koolwijk vielen niet mee. De Wild debuteerde verrassend met Broergeheim, waar hij direct een Zilveren Griffel voor kreeg, maar zijn tweede boek Wie ik ben over pesten is onsamenhangend. Niet verontrustend want vrij gebruikelijk na een sterke start. Hetzelfde geldt voor Pieter Koolwijk die na zijn twee aardige Vlo en Stiekel-boeken uit een ander vaatje tapt maar met Bens Boot niet weet te overtuigen. Dat komt met de volgende boeken, die alweer op stapel staan, vast weer goed. Of dat met Andy Mulligan ook zo is? Zijn zeer sterke maatschappijkritische Trash smaakte naar meer maar Liquidator lijkt op een manuscript waar nog drie jaar aan gewerkt had moeten worden. Wat een domper. Ook de Belg Pat van Beirs heeft bewezen te kunnen schrijven maar maakt er met Zigeunergebroed een potje van, wat ook de uitgever valt te verwijten.

Nieuwe initiatieven?

Wilma Seijbel, bekend in uitgeversland, richtte de nieuwe uitgeverij Karmijn op en gaf vanuit haar huiskamer al een paar boeken uit die nieuwsgierig maken naar het vervolg. De focus ligt op historische jeugdboeken en heruitgaves van boeken die volgens haar een nieuwe kans verdienen.

Ted van Lieshout trok zich terug als organisator van de onvolprezen Middag van het Kinderboek (waar nu Marco Kunst en Aby Hartog de kar gaan trekken), maar is schijnbaar onvermoeibaar en kondigde een nieuw digitaal magazine aan waarbij het zwaartepunt op poëzie gaat liggen.

Wie zijn er van ons heengegaan?

René van der Velde (van de 'Stijn de uitvinder'-boeken) overleed in febuari op 55-jarige leeftijd. Bert Kouwenberg stierf in mei, hij werd 67, en was naast kinderboekenschrijver in het kinderboekenwereldje vooral bekend als redacteur van Leesgoed. Verder overleden in 2015 o.a.: Talus Taylor, één van de bedenkers van Barbapapa, en de Zweedse thrillerauteur Henning Mankell, die ook een zestal jeugdboeken op zijn naam heeft staan.

Nog iets van een trend waargenomen?

Net als in het jaar daarvoor besloot een aantal kinderboekenschrijvers voor volwassenen te gaan schrijven. Of de uitgever bedacht voor hen dat het boek beter in de kast voor grote mensen paste. Vooral uitgeverij Lemniscaat lijkt met dit dilemma te worstelen en zette de nieuwe boeken van Guido Bottinga en Joyce Pool in het volwassenenfonds. Een heel bijzonder meisje van Anna van Praag verscheen in eerste instantie voor de jeugd, maar volgend jaar komt er toch een volwassenenversie. Ik las met veel interesse en plezier Altijd Vrolijk van Anke Kranendonk, over een jeugd in de Pinkstergemeente. Een blijmoedige evangelische versie van Knielen op een bed violen met een vergelijkbare dosis dogmatisme.

Jaap Robben bewijst dat een jeugdboekenschrijver serieus door kan breken als auteur voor volwassenen (het succes van Birk is ongekend) maar won gelukkig ook de publieksprijs van de Jongerenliteratuurprijs en komt volgend jaar gewoon weer met een boek voor kinderen.

Wat kunnen we van 2016 verwachten?

Bij leven en gezondheid wordt dit het jaar van Dolf Verroen. Een van zijn belangrijkste boeken Slaaf, Kindje, Slaaf is in eigen land nooit op waarde geschat en wordt heruitgegeven onder de titel Hoe mooi wit ik ben. En dan is hij ook nog de schrijver van het kinderboekenweekgeschenk.

Eindelijk weer een nieuw boek van Anke de Vries (Littekens), een jongerenroman van Karljn Stoffels (Eigen vuur) en het langverwachte nieuwe boek (Hoe Tortot zijn vissenhart verloor) van Benny Lindelauff. Het stond voor najaar 2015 gepland (ik las zelfs al een veelbelovend gedeelte) en lijkt er dit voorjaar toch echt te komen. Het nieuwe boek van het prijswinnende duo Peter Verhelst  en Carll Cneut (De jongen, de neushoornvogel, de olifant, de tijger en het meisje) is stiekem al verschenen. Interessante vertalingen die op stapel staan: de nieuwe romans van Meg Rosoff, Rita Sepetys en Timothée de Fombelle.

 

Plaatje: