Gottmer
‘Mijn moeder was bij de golfclub tegen een man van Greenpeace aangelopen’. Voor wie bekend is met de boeken van Derk Visser, is het vanaf de eerste zin van zijn nieuwste roman Lente meteen duidelijk dat hij voor een ander milieu heeft gekozen. Zijn boeken speelden zich tot nu af in zwakkere gezinnen waar drank en geldproblemen de boventoon voerden en golfen iets van een andere planeet was. Zo niet in het geval van Lente, zij komt uit een diplomatengezin, is net terug verhuisd uit Brussel en zit in een klas met kinderen die Fleur, Merel, Delano en Joshua heten. Lente is hoogbegaafd en praat als een wervelvind, haar bijnaam op school is Tsunami. Waar de kinderen in de andere boeken van Visser ouders hebben die op de PVV zouden kunnen stemmen zegt Lente dingen als: “Mijn vader haat de PVV van Geert Wilders want die is tegen Europa, net als de SP. Ik haat die partijen ook. Europa is belangrijk voor ons land. Voor de export en het is belangrijk dat je je talen spreekt.”. Een klasgenoot merkt droog op: “Je praat gewoon je vader na”.
Lente kan het niet verkroppen dat haar ouders uit elkaar zijn en maakt tot grootste doel in haar leven om ze weer bij elkaar te brengen. Ze maakt de nieuwe partners van haar vader en moeder het leven zuur (‘Mijn vader gaat terug naar mijn moeder, dat heeft hij me net verteld’) en verzint listen zodat ze elkaar wel moeten zien. Het is wrang dat de reden waardoor haar ouders elkaar inderdaad weer ontmoeten geen smoesje is: Lente heeft een tumor in haar hoofd en is ongeneeslijk ziek. Visser laat het einde open maar dat kan de lezer zelf invullen. Het is hard en verdrietig dat Lente gaat sterven maar tegelijk troostrijk dat ze haar beide ouders tegelijk bij zich heeft.
Lente is vroegwijs en superslim, eigenschappen die ze niet altijd even tactisch inzet, en dat levert een tegendraads karakter op, zoals de hoofdpersonen in de boeken van Visser die vaak hebben. Ze is grappig en sympathiek, geestig en scherp maar net zo goed irritant en betweterig. In feite verschilt Lente niet heel veel van Pearl uit Vissers vorige roman Prikkeldraad. Een kwetsbare en onzekere puber die zichzelf bij vlagen overschreeuwt en ruzie heeft met de wereld en het leven. Lente kan het niet verkroppen dat de doktoren te dom zijn om iets te doen tegen die tumor die tussen haar briljante hersens is geslopen. Het drama van haar ziekte wordt niet breed uitgemeten maar als een gegeven gepresenteerd en daarin heeft Lente raakvlakken met Een weeffout in onze sterren van John Green, waarin kanker een gegeven is waar je mee hebt te dealen. De kracht van Visser is zijn geweldige droge stijl met rake observaties (‘Ik vond het erg dat alles wat ik wist, alles wat in mijn hersenen zat, alles wat ik had geleerd en waar ik over nagedacht had, dat dat weg zou zijn als ik doodging’) en dwaze dialogen.
Derk Visser ontving dit jaar het Charlotte Köhler Stipendium dat hem in staat stelt zijn talent verder te ontwikkelen. Het valt de schrijver te prijzen dat hij zijn grenzen verlegt en een uitstapje naar een ander milieu aandurft. Een geslaagde poging maar toch maakt het minder indruk dan zijn eerdere rauwere werk dat verontrusting oproept en ongemakkelijk is. Als jongerenwerker schetste hij de onderkant van de samenleving als geen ander en is de authenticiteit voelbaar. Dat is in Lente net iets minder, hier heeft hij het vooral bedacht en dat voel je. Dat neemt niet weg dat Lente opnieuw een erg goed geschreven roman is die ver boven het maaiveld uitsteekt.
Lente
Derk Visser
Gottmer