Na het populaire Muizenhuis alweer een boek over miniatuurhuizen. Anna Woltz schreef een spannend verhaal in het kader van een tentoonstelling en Thé Tjong-Khing maakte de levendige poppentekeningen. Nacht in het poppenhuis is alweer het vijfde boek dat voorkomt uit de samenwerking tussen het Haags Gemeentemuseum en uitgeverij Leopold.
Begin volgend jaar verschijnt zelfs al het zesde boek: De draad van Alexander van Sieb Posthuma over de Amerikaanse beeldhouwer Alexander Calder. Kunst- en museumboeken voor kinderen staan niet zelden stijf van de belerendheid en saaiheid maar dat is in deze reeks anders. De kunstenaars krijgen de vrije hand om een verhaal bij een thema te maken. In het geval van de tentoonstelling over poppenhuizen (die op 12 november wordt geopend) bedacht Anna Woltz een eenvoudig verhaal over het meisje Willemina dat uit logeren gaat bij haar welgestelde tante. Ze is meteen in de ban van het poppenhuis: ‘Zo voelt het om te groeien! In één zucht is Willemina een reuzin geworden’. Ze breekt per ongeluk de staart het porseleinen mini-hondje af. Als ze dat ’s nachts wil repareren komt ze als door een wonder in het miniatuurhuis terecht waar ze niet al te vriendelijk wordt ontvangen.
Er volgt een heerlijk feel-good verhaaltje waarin Willemina zich ontpopt tot heldin. Woltz plaatst het verhaal in een historische context waardoor Tjong-Khing zich zonder schroom kan uitleven op baljurken, kant en pruiken. Wat is die man toch veelzijdig en wat is hij nog productief op zijn 78e. Het zijn de tekeningen die dit boek dragen, vooral die waarop de poppen te zien zijn die heel subtiel de houterige bewegingen hebben. Heel knap gedaan, net als het spel met de verhoudingen. Heerlijk boek!
Nacht in het poppenhuis
Anna Woltz
Thé Tjong Khing