Leopold
Ludwig Volbeda
Twee beelden in de stad die met elkaar verbonden zijn door vogels die heen en weer vliegen met dezelfde boodschap. ‘Hij houdt van je, het beeld op het plein. Ze houdt van je, het beeld in het park.’ Het Haags Gemeentemuseum geeft bij een grote tentoonstelling over sculpturen ( Van Rodin tot Bourgeois: Sculptuur in de 20ste eeuw) een prentenboek van Ted van Lieshout en Ludwig Volbeda uit. In de alsmaar uitdijende serie kunstprentenboeken hoort De Vogels tot de betere.
In spaarzame, repeterende zinnen beschrijft van Lieshout een romance in brons waarin de vogels een magische rol spelen. De zwerm spreeuwen (daar lijken ze althans het meest op) is de constante in een stad waar de rest is weggedacht na die prachtige beginzin: ‘De stad is moe’. De focus ligt op de twee standbeelden die elkaar niet kunnen bereiken, behalve door de vogels als intermediair. Dan staa ze plotseling samen op een laadwagen en volgt er een ongelooflijke apotheose.
We maakten vorig jaar kennis met de illustraties van Ludwig Volbeda in Hoe Tortot zijn vissenhart verloor van Benny Lindelauf, waarvoor hij is genomineerd voor de Boekenpauw. Dat boek was een ongelukkig huwelijk maar zijn bijzondere stijl viel wel op en krijgt hier veel meer de ruimte en overtuigt. Eigenzinnige prenten zonder voorbehoud in vele soorten en maten waardoor er een geladen spanning door het boek trekt. Er gebeurt iets, er zit iets aan te komen, maar als kijker weet je niet precies wat. De vlammende explosie verrast en verbaast maar valt na herhaaldelijk kijken op zijn plek.
De vogels is een poëtisch prentenboek in een eenheid van beeld en tekst waarbij de beperking het mysterie voedt. Geen praatjes bij plaatjes of andersom maar een raadselachtige symbiose waarbij veel te gissen overblijft. Een prachtig prentenboek over de stad, over communicatie en vooral over verbinding.