Als ik goed geteld heb, is De tuinen van Dorr de twaalfde in de Paul Biegel Bibliotheek. Een lovenswaardig en prestigieus project van twee uitgeverijen, Holland en Lemniscaat, dat in 2007 begon met De kleine kapitein en op bijna twintig boeken moet uitkomen. Dan heeft de verzamelaar een plank vol zorgvuldig uitgegeven werken van een van Nederlands belangrijkste (jeugdboeken)schrijvers. De boeken hebben een klassieke rode band en sommige zijn opnieuw geïllustreerd.
Dat geldt ook voor De tuinen van Dorr en de nieuwe illustraties van Charlotte Dematons zijn een schot in de roos. In dit geval verdient ook ontwerper Marc Suvaal een pluim voor de vakkundige manier waarop de tekeningen en kleurstellingen in het verhaal zijn verweven.
Dematons geeft voortreffelijk het duister van de verdorde stad weer maar schuwt ook het kleurgebruik niet waar dat kan. Het mysterie blijft gehandhaafd en er blijft genoeg over voor de verbeelding. Prenten om telkens opnieuw te bekijken en details in te ontdekken.
De tuinen van Dorr wordt door sommigen gezien als misschien wel het mooiste Paul Biegel-boek. Die opvatting deel ik niet maar er komt wel veel in het verhaal samen dat zijn werk zo bijzonder maakt. Een gelaagd en diepzinnig sprookjesverhaal, prachtige taal, mysterieuze en goed uitgewerkte karakters. De zin ‘Jij bent de mijnewel maar ik ben de jouweniet’ hoort tot de canon van de Nederlandse jeugdliteratuur.
Het is van groot belang dat er over jeugdliteratuur wordt nagedacht en dat er dus met de erfenis van belangrijke auteurs zorgvuldig wordt omgesprongen. De Paul Biegel Bibliotheek is daar een uitmuntend voorbeeld van.