Van Goor
Maria Postema
Het is een bekend verschijnsel: het zwarte gat na die allesbepalende bestseller-serie. Hoe overtref je Harry Potter, hoe ga je verder naar De Hongerspelen? J.K. Rowling probeerde van alles maar kwam nooit helemaal los van Zweinstein. In het geval van Suzanne Collins werd het na haar fameuze Hungergames bijna helemaal stil, er verscheen alleen nog een prentenboek: Year of the Jungle.
Tien jaar na de verpletterende apotheose (De Spotgaai) van De Hongerspelen is er ineens een nieuw deel. De ballade van slangen en zangvogels is een zogenaamde ‘prequel’. Wat gebeurde er voor het eerste deel en met name: hoe verliep het leven van dictator Coriolanus Snow? Ter herinnering in het kort, hoe zat het ook alweer met die Hongerspelen: het land Panem staat onder bewind van de hardvochtige president Snow die vanuit het Capitool jaarlijks een toernooi organiseert. Deze Hongerspelen zijn een straf voor de bevolking uit de twaalf districten. Twee jongeren uit ieder district bestrijden elkaar met de dood en één winnaar tot gevolg, de inwoners zijn verplicht te kijken. Katniss Everdeen is de grote ster van de drie spelen en de ongewilde opponente van Snow.
Het waren drie enerverende delen, die werden verfilmd en toen was het klaar en dat was prima. Collins voegt er nu een deel aan toe waarin we lezen hoe het zover is gekomen. Hoe word je een Loekasjenko (of Poetin of Mugabe of vul maar in…) In de drie delen van De Hongerspelen is Snow wreed, sadistisch en niets ontziend maar ook sluw en slim en op een bepaalde manier charmant. Het zou interessant kunnen zijn om te ontdekken hoe hij zo is geworden. Al is dat geen vraag die bij mij tijdens het lezen van de trilogie voortdurend door het hoofd spookte.
Maar vooruit, na een korte introductie gaan ook in dit deel de Spelen weer van start en voor we het weten zitten we weer in die spannende strijd. Het toernooi is korter en minder heftig dan we gewend zijn, een flink aantal deelnemers heeft al het loodje gelegd voor het überhaupt is begonnen. Coriolanus Snow is één van de deelnemers en het verhaal gaat vooral over zijn ontwikkeling en omstandigheden. Snow komt uit een rijke familie in het Capitool die na de oorlog, die niet voorbij is, nog maar weinig kapitaalkrachtig is. Zijn ouders zijn gestorven en Snow woont nu samen met zijn oma en nichtje en probeert de eindjes aan elkaar te knopen. De jongen kan zich beroepen op zijn familienaam, zijn vader is in de oorlog een eervolle dood gestorven, maar ondervindt ook veel tegenwerking van vooral de schooldirecteur.
Het wonderlijke aan dit boek is is dat Coriolanus Snow vooral sympathiek en empatisch is, een hoofdpersoon met wie je meeleeft en die je het beste gunt. De vraag hoe hij uiteindelijk zo’n nare dictator is geworden blijft boven het boek zweven maar ook na het lezen is daar geen duidelijk antwoord op te geven. Hij maakt ergens op het einde een weinig overtuigende omslag en dat is het wel. Hij blijft vooral hangen als een redelijk sympathiek personage met wat opportunistische trekjes, die uiteindelijk de verkeerde afslag neemt.
Daardoor is De ballade van slangen en zangvogels als prequel weinig geslaagd. Dit nagekomen deel van De Hongerspelen is spannend en onderhoudend en leest opnieuw als een trein, laat dat maar aan Collins over. Het was fijn om weer even in dat universum van spotgaaien en districten te vertoeven. Maar er komen geen antwoorden op vragen die we toch al niet hadden. De relevantie en noodzaak ontbreken en daarmee doet dit nakomertje toch een beetje afbreuk aan de overtuigende trilogie. De Hongerspelen waren allang klaar.