close
Dé recensiesite over jeugdliteratuur

Wie wint dit jaar het Gouden Penseel? Zes kanshebbers, één uitgesproken favoriet.

Zes genomineerden dit jaar want van de acht Zilveren Penseel winnaars komen er twee niet uit Nederland en dat betekent dat ze niet in aanmerking komen voor het Gouden Penseel. De Penseeljury van 2019 liet met de bekroning een duidelijke voorkeur blijken voor grafisch en eigenzinnig werk en koos voor opvallend veel jonge illustratoren.

Dat laatste geldt vooral voor Anne Stalinski (De bromvliegzwaan), Karst Anneke Rogaar (Vriendschap is alles) en Joren Joshua (Zeb.). Durf eens wat anders dan mooi en sfeervol en technisch perfect, lijkt de Penseeljury te opperen. Het priegelige en vrije werk van Rogaar, de ‘rommelige’ stijl van Stalinski en de strakke, vervreemdende vormen van Joshua. Het lijkt een statement van de jury, maar welke is niet helemaal duidelijk.

Alledrie werken ze niet volledig volgens de klassieke opvattingen van de illustratie. Rogaar en Stalinski hebben beiden een ‘snelle’ stijl. Schetsmatig, druk en veel, hier en daar aanleunend tegen strip en cartoon. Niet perfect en afgewerkt. Het is verfrissend maar verbluft niet. Bij geen enkele tekening, denk je: wauw, wat gebeurt hier.

Joren Joshua’s werk is onvergelijkbaar, met dat van welke kinderboekenillustrator dan ook. Hij werkt dan weer juist heel strak en grafisch. In Zeb. alleen met de steunkleur oranje en daarmee zet hij een eigenzinnig en vervreemdend universum neer.  Waarbij de vraag is hoe dit op kinderen overkomt. Het is knap gedaan maar het effect is ook nogal afstandelijk.

Het drietal staat ’tegenover’ drie meer gevestigde illustratoren: Yvonne Jagtenberg, Harrie Geelen Marije Tolman. Van Geelen kun je bijna zeggen dat het vaste prik is maar dat zou hem tekort doen. In Van twee ridders geeft hij prachtig vorm aan een gevoelig verhaal over twee broertjes en probeert ook wel degelijk nieuwe dingen uit. Tegelijkertijd is het ook de good old Geelen zoals we hem kennen. Jagtenberg werd lang door jury’s genegeerd maar na Hondje valt er nu weer een boek in de prijzen: Mijn wonderlijke oom. Gezien de andere nominaties verbaast het niet, de jury heeft een duidelijke voorkeur voor dit soort vrije illustraties waarin de lijntjes zelf het werk doen.

En dan is er nog Vosje van Marije Tolman, met foto’s waarop tekeningen zijn gemaakt. ‘Een bijzonder en gedurfd experiment en het pleit voor Tolman dat ze op zoek blijft naar een nieuwe beeldtaal en andere illustratieve vormen om een verhaal mee te vertellen. En ontroering mee op te roepen. Daarmee is ze in Vosje wonderwel geslaagd’, schreef ik. Dat kwetsbare oranje vosje op die mooie foto’s, het blijft ontroering oproepen. Tolman’s boek is onderscheidend en zo bijzonder dat de jury moet met zeer goede argumenten komen om het niet te bekronen met een Gouden Penseel. Maar met jury’s weet je het nooit. Ik tip Tolman, met Joren Joshua als outsider.